Woordmensen
Een heel dankbare categorie woordmensen is die van de eenheden. Ik zal dit keer maar van de definities afzien en alleen de geleerden noemen aan wie we de woorden hebben te danken.
De gauss is genoemd naar Carl Friedrich Gauss (1777-1855), de Duitse wiskundige naar wie nog meer genoemd is. U zult de anecdote van de vroegrijpe Gauss wel kennen: zijn onderwijzer droeg de leerlingen van zijn klas op de getallen van 1 tot en met 60 op te tellen en dacht dat zij daar wel een uurtje mee bezig zouden zijn, maar Gauss was heel snel klaar omdat hij bedacht: ik bereken gewoon 30 maal 61.
De newton is genoemd naar Sir Isaac Newton (1642-1727), de Engelse wisen natuurkundige.
De ohm naar Georg Simon Ohm (1787-1854), de Duitse natuurkundige, en de volt naar de Italiaanse natuurkundige die zelfs een graaf was, graaf Alessandro Giuseppe Antonio Anastasio Volta (1745-1827).
De ampère is genoemd naar André Marie Ampère (1775-1836), een Franse wiskundige en fysicus. Hij was achttien jaar toen zijn vader stierf onder de guillotine (op dat woord kom ik nog wel eens terug). De schok zou zo groot geweest zijn dat hij langer dan een jaar niet kon spreken of lezen en meestal lusteloos in bed lag. Hij trouwde toen hij vierentwintig was, maar zijn vrouw overleed een paar jaar later, en opnieuw verviel hij tot lethargie. Daarna zocht hij troost in zijn wetenschappelijke werk. Er wordt gezegd dat hij om na te denken moest staan of ijsberen.
De röntgen is genoemd naar Wilhelm Conrad Röntgen (1845-1923), een Duitse natuurkundige, en de watt naar de Britse uitvinder en constructeur James Watt (1736-1819) over wie P.J. Bouman zo boeiend schrijft in zijn boek Van tijd naar tijd.
De Franse fysicus Charles Augustin de Coulomb (1736-1806) verleende zijn naam aan de coulomb, en de Engelse chemicus en fysicus Michael Faraday (1791-1867) aan de, nee, niet aan de faraday maar aan de farad.
Met de curie worden twéé wetenschapsmensen geëerd: Marie Curie-Sklodowska (1867-1934) en haar man Pierre Curie (1859-1906) die in 1903 samen de Nobelprijs voor natuurkunde ontvingen.
J.J. van Herpen
Hilversum