Maximen
In de Nieuwspraak zijn een aantal belangrijke principes van kracht. Wanneer Orwell op de hoogte zou zijn geweest van de jongste stromingen in de taalwetenschap, zou hij die principes ongetwijfeld als maximen (grondregels, principes) hebben geformuleerd.
1 totaalmaxime (maxime van totalitariteit)
- Zorg dat in een taal geen anti-totalitaire gedachten kunnen worden uitgedrukt. Een goed voorbeeld is het volgende taaldecreet:
Alle woorden uit de Oudspraak die te maken hebben met objectiviteit en nationalisme, moeten in de Nieuwspraak worden vertaald met ouddunk.
2 maxime van welluidendheid
- Wanneer een woord moeilijk uitspreekbaar is, mag het worden aangepast aan eisen van welluidendheid.
Daarom bij voorbeeld een r in miniwaarvol, een woord dat is afgeleid van Miniwa - Ministerie van Waarheid. (Een voorbeeld uit Oudspraak is Welvocul voor Ministerie voor Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.)
3 maxime van ondubbelzinnigheid
- Elk woord heeft maar één betekenis.
Vrij betekent alleen maar vrij vàn (bij voorbeeld vrij van onkruid) en niet zoiets als onafhankelijk of intellectueel vrij. Een vrijdenker (Nieuwspraak: vrijdunker) is iemand die is bevrijd van eigen gedachten (vrij vàn denken).
4 maxime van soberheid
- Verklein waar mogelijk de woordenschat.
Men kan in de Nieuwspraak bij voorbeeld zeggen: Grote Broer is ongoed, maar er zijn geen woorden beschikbaar om dit uit te leggen.
5 maxime van kwaaksheid
- Zorg ervoor dat de taalgebruiker bij het produceren van taal geen hogere hersencentra hoeft te gebruiken.
Nieuwspraak wordt daarom ook wel eendenspraak genoemd: men behoeft alleen maar na te kwaken. (Beluister voor voorbeelden uit de Oudspraak een forumdiscussie.)