Onze Taal. Jaargang 52

Krom of recht, een taalproef

Het staat buiten kijf dat de lezers van ‘Onze Taal’ begaan zijn met het wel en wee van onze taal. Welnu, laten zij hun taalbeheersing eens testen aan de hand van een zestigtal zinnen dat ik tegenkwam in kranten, stal uit boeken of beluisterde in 's lands vergaderzaal, en in zes afleveringen aan hen zal voorleggen. Op elke zin valt mijns inziens iets aan te merken (verkeerd woordgebruik, stijlfouten, vervlechtingen, barbarisme, grammaticale zonde of gewoon onzin).

Indachtig de wijze uitspraak dat de kunst van de politie erin bestaat niet te zien wat nutteloos is, dat zij ziet, wil ik taalpolitietje spelen en het gedrag van de lezers beoordelen.

Scoort u hoog bij het opsporen van het mankement: Een pluim! Als u maar steeds voor ogen houdt dat dezelfde taalkundige wegen niet altijd tot hetzelfde leiden. Men zal u purisme verwijten!

Vindt u, dat ongeveer een kwart van het aantal zinnen wel in orde is: Geen Paniek! U tracht nog steeds te woekeren met het meest onbenutte kapitaal, de taalbeheersing.

Ontdekt u slechts enkele fouten: U bent een spookrijder op de smalle weg die taalverzorging heet. U gaat op de bon.

Taalproef I

1 Vele kleine bedrijven zijn de laatste jaren de nek omgedraaid.

2 Er moet op de scholen meer aanschouwend onderwijs worden gegeven.

3 De meeste mensen hebben nog nooit geen kaviaar gegeten.

4 In dat land werd een verschrikkelijk bloedbad ontketend.

5 Het werd een gevecht tussen leven en dood.

6 Evenmin als vroeger voelen wij nu minder voor het cda.

7 Er valt in het dorp weinig te beleven, hoogstens een disco.

8 Het duurde lang, alvorens tot dat inzicht te komen.

9 De bestaanszekerheid van mensen vergt pijnlijke ingrepen.

10 De Minister van Sociale Zaken kreeg de laag van voren.

Waarde lezer! Wellicht kan het aantal afleveringen van deze rubriek worden uitgebreid als ook u zinnen verzamelt waarmee iets aan de hand is, en ze opstuurt naar de redactie van ‘Onze Taal’.

L.J.M. Rutten

stenograaf bij de Staten-Generaal

Waddinxveen