‘Spreken betekent met de vier aspecten van leven omgaan alsof ze een eenheid zouden kunnen vormen. Je kunt dit feit voor jezelf bewijzen door een of ander taalthema, zoals “kom” te analyseren. “Kom” als gebiedende wijs richt zich op de toekomst. Jij, de spreker, bent ervan afhankelijk of iemand anders, in antwoord op jouw wens zich naar jou toe te bewegen, de wereld verandert. Maar je kunt ook met hetzelfde taalmateriaal, het werkwoord “komen”, de historische gebeurtenis dat “hij gekomen is”, vastleggen. Door nòg weer een variatie kun je je eigen innerlijke houding ten opzichte van zijn komen vastleggen: “laat hem komen” of: “hij kome”, of het uitwendige proces van zijn bewegen door de ruimte beschrijven: “hij komt”.’
‘Verleden en toekomst, in- en uitwendige processen, blijken verwoord te kunnen worden met hetzelfde taalthema. De variaties gebruiken betekent een leider zijn (kom), een wetenschappelijk waarnemer (hij komt), een historicus (hij is gekomen), dan wel een dichter (hij kome!), vier rollen in een notedop.’
‘Het is onzin te denken dat alleen de wetenschapper, of de historicus, of de politicus, of de dichter, de waarheid kan bezitten. De waarheid is bij de mens die alle vier talen oprecht kan spreken, door hetzelfde materiaal voor alle vier te gebruiken, en die de eenheid van de taal niet verbreekt door te vluchten in een uitsluitend wetenschappelijke, uitsluitend poëtische, uitsluitend versteende, of uitsluitend revolutionaire taal.’