[Mededeling]
□ □ □ □ □
■ Van tijd tot tijd hoor ik mensen de uitdrukking in mijn uppie gebruiken. Kennelijk betekent dit iets als ‘in mijn eentje’. Kennelijk ook van de laatste tijd - was mij nooit eerder opgevallen. ■ Ik tast in het duister waar het herkomst, socio-, geo- en biografisch, en taalkundig van dit woord betreft. ■ Zo ben ik er ook niet echt zeker van of men het uitsluitend over zijn eigen uppie kan hebben, of dat ook andermans uppie te berde gebracht mag worden zonder de grenzen van het welvoeglijke te overschrijden. ■ Onze minister van cultuur heeft onlangs in het kader van bezuinigingen op het bibliotheekwezen gefulmineerd tegen de gratiscultuur. Let wel: aan elkaar geschreven. Een verschrijving voor gratis cultuur (niet aaneen geschreven)? Nee - daar is hij ook wel tegen maar daar ging het hem niet om. ■ Of liever gezegd, daar ging het hem wel om, maar daar gaat het mij niet om. Met cultuur bedoelde onze cultuurbevorderaar hier: een in traditie ontaardende verkeerde gewoonte; en gratiscultuur betekende: de tot traditie ontaardende gewoonte om van alles maar cadeau te doen aan Jan en alleman. Tot cultuur toe! ■ U weet het nu: er is gratiscultuur, maar er wordt wat aan gedaan. Wilt u alsnog een graantje meepikken, zorg dat u er snel bij bent. ■ J.W. Nienhuys dropte bij mij de volgende vraag: zijn er woorden, die gelijk geschreven, maar verschillend uitgesproken worden, waarbij het verschil in uitspraak te wijten is aan het feit dat het ene woord oorspronkelijk Nederlands is en het andere aan een andere taal ontleend? ■ Om de gedachten te bepalen: stick is geen goed voorbeeld, want dat spreek je op dezelfde manier uit als stik, en je schrijft het juist anders. ■ Zo is input ook geen goed voorbeeld, want het op zijn Nederlands uitgesproken
input bestaat niet (hoe zou het zijn als ik mijn stof inputtend behandelde - in hoeverre kan ik zeggen dat ik me weer helemaal input na een verkwikkende slaap?). ■ Evenmin een goed voorbeeld is het bovenaangehaalde woord droppen, dat weliswaar in twee talen in verschillende betekenissen bestaat, èn hetzelfde geschreven wordt, maar helaas ook hetzelfde uitgesproken. ■ Om een lang verhaal kort te maken, J.W. zelf gaf als voorbeeld slang, volgens één uitspraak rijmend op lang, en conform de andere uitspraak rijmend op breng. ■ Een mooie titel voor een modern opgezette talencursus: Ken uw sleng! Ga ik in mijn uppie op touw zetten, let op mijn woorden. ■ Een ander, uppiehandig gevonden, voorbeeld: loop. Wanneer je dat als loep uitspreekt, dan betekent dit in de computerwereld een deel van een programma dat steeds weer uitgevoerd wordt tot een bepaalde situatie is bereikt (daarna komt de computer uit de loo / oep). ■ Des te interessanter is dat woord omdat je het natuurlijk ook als loep kunt schrijven, maar dan ook, met behoud van uitspraak, als loupe. ■ Anderhalf betekent tweede half, dus als we consequent zijn, moeten we derdehalf zeggen in plaats van tweeenhalf, en vierdehalf in plaats van drieënhalf. ■ PCUdB, hoor ik menig lezer zuchten, wanneer stopt gij met die vergezochte en bovendien flauwe analogieën. ■ Nou, flauw misschien wel, maar niet vergezocht. Van Dale vermeldt bij voorbeeld niet tweeënhalf, maar wel derdehalf: betekenis: twee en een half. ■ Geen nonsensprijzen zag ik bij een benzinestation staan. (Recente prijsverhogingen hebben
deze aankondiging in de vernietiging meegesleept). ■ Een laatste stuiptrekking van de nononsensmode of zal n.n. het winnen van geen flauwkul? ■ Veertig jaar geleden werd in ‘Onze Taal’ betoogd dat deuce in het Engelse tennisspel met duivel te maken had. Het wordt tijd dat wij dit rechtzetten. ■ Deuce heeft te maken met het oudfranse woord voor twee. ■ Dat twee en den droes taalkundig soms twee handen op één buik zijn, daar hebben wij natuurlijk niets mee te maken.
PCUdB