Rotte vis
Bij de overheid gaat het anders. Iedere zin doorloopt daar eveneens een lang proces, maar meestal precies omgekeerd aan het verse-vis-principe. De pas aangenomen schrijver a schrijft: De regering heeft het wetsvoorstel ingediend. Zijn collega die hem het vak moet leren, voegt met ballpoint, na wetsvoorstel, daar aan toe: over abortus. Zo gaat de conceptbrief naar de bureauchef. Deze chef weet een beetje hoe moeilijk de minister het met de oppositie heeft, en hij last nog iets in: De regering heeft het wetsvoorstel over abortus, waartegen de oppositie al veel bezwaren had aangevoerd, toch ingediend. Vervolgens komt dit concept bij de directeur. Tsja, denkt deze, de minister zal het inderdaad wel fijn vinden om te laten blijken dat hij lak heeft aan de oppositie, maar je moet anderzijds die lui niet te erg tegen je in het harnas jagen. Er moet ook iets aardigs over die oppositie in. Per slot van rekening hebben ze wèl grondig studie gemaakt van dit probleem. En met zijn zilveren vulpotlood voegt hij tussen de regels aan oppositie toe: die een uitgebreide studie van het probleem had gemaakt. De directeur voegt toe, hij schrijft geen nieuwe brief, want daarvoor is hij veel te hoog, daarvoor heeft hij de tijd niet, hij verandert alleen maar, hij nuanceert. Dan komt onze zin bij de secretaris-generaal op tafel: De regering heeft het wetsvoorstel over abortus, waartegen de oppositie die een uitgebreide studie van het probleem had gemaakt, al veel bezwaren had aangevoerd, toch ingediend. De s.g. weet alles van de politiek. De Tweede Kamer is al maanden met dit probleem bezig. Zoals de zin nu is, is het alsof de minister hooghartig voorbijgaat aan alle parlementair geredekavel. Juist omdat het ook werkelijk zo is, moet dat niet uit zijn woorden blijken. De s.g. schrijft, met gouden vulpen, achter probleem een klein
correctietekentje, en in de kantlijn, met hetzelfde tekentje, de toevoeging: dat het parlement nu al maanden bezighoudt. De minister zelf laat alle kwesties van formulering over aan zijn secretaris-generaal. Als maar duidelijk is dat dit wetsvoorstel wordt ingediend, en de s.g. vertelt dat dit de daartoe strekkende brief is, zet hij zijn onooglijke krabbel als paraaf: akkoord. En zo is het nu gekomen, dat er ooit eens een zin ter wereld kwam die luidde: De regering heeft het wetsvoorstel over abortus, waartegen de oppositie die een uitgebreide studie van het probleem dat het parlement nu al maanden bezighoudt, had gemaakt, al veel bezwaren had aangevoerd, toch ingediend. (Zie: J. Renkema, Schrijfwijzer, p. 37-38)
Zouden we zoeken naar een naam voor deze procedure, dan is mijn voorstel: het rotte-vis-principe. Maar ik veroordeel het niet. Want wie zouden we iets moeten verwijten? Niet de schrijver a of de commies, die een behoorlijke zin schreven. Niet de bureauchef, de directeur en de secretaris-generaal, die niet zijn aangesteld en ook beslist niet de tijd hebben om brieven te schrijven. Le style c'est l'homme même. De stijl van de overheid weerspiegelt nauwkeurig de ambtelijke hiërarchie. Zolang er zo'n ambtelijke hiërarchie is, zal die stijl van schrijven er zijn.