Vierzijdigheid van de informatie
Wat hierboven in het algemeen is gesteld voor trainingen, geldt in veel mindere mate voor het boek van Schulz von Thun, Hoe bedoelt u?, dat als basis dient voor een trainingsaanzet zoals behandeld in Fittkau e.a. (Kommunizieren Lernen (und Umlernen). Westermann, Braunschweig 1977). Dit geldt dan wel uitsluitend voor het hier te bespreken boek, aangezien de aansluitende trainingen toch weer - deels in weerwil van het boek - de hierboven geschetste kant op gaan. In mijn onderwijs in Duitsland (communicatiepsychologie) bleek in seminars telkens dat er een grote voorkeur voor dit boek bestond, en er werd uitsluitend positief aan gerefereerd.
Waar is deze positieve beoordeling nu op terug te voeren? Ten eerste is die beoordeling terug te voeren op de vondst van de zogenaamde vierzijdigheid van de informatie, ontstaan door de combinatie van de theorie van Bühler (Sprachtheorie. Jena 1934) met die van Watzlawick e.a. Vertonen beide theorieën afzonderlijk enige tekorten, samengevoegd is dit veel minder het geval. Bij Bühler worden drie aspecten onderscheiden:
a de ‘Darstellung’ of wel het zakelijke aspect;
b de ‘Ausdruck’ of wel het zichzelf uitdrukkende aspect;
c het ‘Appell’ of wel het effect of invloed op de ontvanger uitoefenende aspect.
Dat taalgebruik ook nog een contactuele functie heeft, wordt door Bühler niet aangegeven. Hiervoor moet men bij Watzlawick e.a. terecht. Zij onderscheiden tussen het inhoudelijke en het rationele aspect. Het inhoudelijke komt overeen met de ‘Darstellung’. Het rationele aspect omvat daarentegen naast ‘Ausdruck’ en ‘Appell’ ook de rationele en daarmee samenhangende metacommunicatorische component van de boodschap: te weten hoe de zender en ontvanger elkaar zien en inschatten, en hoe de boodschappen mede in dit licht gezien, geïnterpreteerd dienen te worden.