[Mededeling]
□ □ □ □ □
■ Monomaan streven naar orde en evenwicht brengt mij in de verleiding te decreteren dat overal waar wij woorden met mono aantreffen, ook een tegenhanger met poly gebruikt mag worden. ■ Meerdelige badpakken heten dus voortaan polykini's; iemand met veel noten op zijn zang is polytoon; een bedrijf dat moet opboksen tegen concurrenten met gelijke rechten, heeft een polypolie. ■ Toch ben ik nog veel polymaner dan u denkt, want ik adviseer nog niet om een verzameling Japanse kledingstukken als kipoly te betitelen. ■ Naar aanleiding van een vierkantje van het vorig jaar heeft meer dan een lezer mij erop geattendeerd dat bewesten en beoosten wel degelijk als voorzetsels bestaan. Vriendelijk dank voor de aanvullende terechtwijzing - alleen, ik blijf zitten met de tergende vraag waarom de horizontale windrichtingen naar mijn gevoel minder tot bevoorzetseling geschikt zijn dan de verticale. ■ Maar nogmaals dank dus, een dank die zich met name uitstrekt naar de heer Sterenborg uit Tilburg, die mij ook nog aangaande enige andere punten op de vingers tikt. Bij voorbeeld daar waar ik een uitspraak deed over digitale horloges. ■ Digitaal, aldus de heer Sterenborg, is een on-woord. Het is afgeleid van digitus (vinger) en verwant met het Griekse deiknumi (in toon), en zou dus moeten betekenen: wijzend, dus van een wijzer voorzien. ■ Een onwoord, vooruit (vooropgesteld dat onwoorden ook woorden zijn, zoals ondingen ook dingen zijn en onweders ook vormen van weder), maar iets minder on-zinnig dan de heer Sterenborg het gewraakte woord en deszelven gebruikers schijnt te vinden: digitaal is afgeleid van het Engelse woord digit en dit betekent nu eenmaal cijfer.
■ Voorzover ik weet, dook de term in het Nederlands voor het eerst op in de combinatie digitale rekenmachines, computers dus, die de uitkomst van hun berekeningen in cijfers weergeven. De term werd en wordt gebruikt om onderscheid te maken met andere computersystemen, analoge genaamd. Analoge systemen werken met wijzertjes, net als de oorspronkelijke horloges. Vandaar het woord analoog - en daarmee is de cirkel, in dit geval de wijzerplaat, weer rond. Of iemand er veel wijzer van is geworden, dat is een tweede. ■ De conclusie: als digitaal een onwoord is, is een digit een onwijzer. ■ Graag zou ik mijn polyloog met de heer Sterenborg, bewesten mij woonachtig, nog even voortzetten op het punt van een andere denkfout die ik op bladzijde 160 van de vorige jaargang genoteerd heb. ■ Ik citeer: de denkfout (...) namelijk gedouchet, wegens de werkwoordstam douche, zit in de laatste vorm. De stam van een werkwoord is immers niet wat men veelal op basisscholen verkondigt (de ik-vorm), maar het deel van de infinitief dat we horen als we de uitgang -en en niet uitspreken: douch, speech, lunch (...). Eindigt een stam op een stemloze medeklinker (p, t, k, f, s, ch), dan neemt het voltooid deelwoord daarachter een -t aan: gedoucht, gematcht, gespeecht, geluncht, gelyncht (...). ■ Ik weet niet precies van welke denkfout de heer S. mij beticht: ik geloof dat hij vindt dat ik ten onrechte douche als de stam van douchen beschouw. Als dit zo is, wat is dan de werkwoordstam van racen? En van timen? Of zijn dit ook weer on-woorden?
PCUdB