Had ik nou niet mogen lachen?
In 1982 is in Brugge de dood van Maria van Bourgondië herdacht. Zoals bekend stierf zij aan de gevolgen van een val van haar paard. Ze was jong, het was een droevige gebeurtenis.
Tijdens de begrafenis liep Maximiliaan van Oostenrijk, haar gemaal, in de stoet met zijn vierjarig zoontje Philips aan de hand. In de Onze Lieve Vrouwekerk aangekomen, viel de hertog flauw. Weliswaar herstelde hij zich onmiddellijk, maar voor alle omstanders was het duidelijk: de hertog was ontroostbaar.
Nu was er in de zomer van 1982 in Brugge een avondstoet te zien, waarin taferelen uit het leven van Maria van Bourgondië werden uitgebeeld. Dat is ze in België wel toevertrouwd, want ‘stoetenbouwer’ is daar officieel een vak.
Een van de taferelen beeldde Maria op haar ziekbed uit. Volgens het programma: ‘Geregeld komt ze tot bewustzijn en spreekt dan met haar troosteloze man.’
Op dat moment schoot ik in de lach. ‘Troosteloos’ en dat Maximiliaan, die het aanzien meer dan waard was.
Weliswaar een wat te geprononceerde neus, maar verder een mooie jonge man met houding; hij was niet voor niets de zoon van een keizer. En ‘troosteloos’ dat paste zo helemaal niet bij hem.
Dus de Grote Van Dale er bij gehaald en wat staat daar? ‘Troosteloos - ontroostbaar, diep bedroefd, verslagen...’
Zou dat dan toch het verschil tussen noord en zuid zijn. Van Dale kwam uit Sluis, dus bijna België en ik kom uit het noorden. En had ik nou echt niet mogen lachen?
Mart Janssonius
letterkundige
Hilversum