De zak van A.H.
‘De taal is mij heilig’, schreef ik in het december-nummer van vorig jaar. Ik toonde mij in het stukje geschokt te zijn door het opschrift ‘Gezonde Groen’ op een zak vol rosaki's. ‘De’ taal? Ik had beter kunnen schrijven ‘Onze Taal’. Want hoevele medeaanbidders bleek ik te hebben: uit alle streken van ons dierbaar Nederland ben ik opgebeld. Ook ontroerende schriftelijke bewijzen van verbondenheid. Tranen heb ik weggepinkt en men is toch al zo huilerig tegen het eind van het jaar...
Alleen van Albert zelve heb ik niets gehoord. Dat is mij bar tegengevallen, hij woont namelijk maar enkele kilometers zuidelijker dan ik, waar hij zich verstopt houdt in het gezonde groen, waaraan mijn geliefd Bloemendaal zo rijk is. (Maar tja, voor je het weet is men gegijzeld.)
Enfin om op die zak terug te komen, in kleurendruk wel te verstaan: het kadertje was met in 't tot een rood vlekje uitgelopen met een wit handje erin. Ik ben na diverse telefoontjes onmiddellijk naar de winkel gerend en heb 25 zakken van een touwtje gerukt en deze smekend de file aan de kassa voorgehouden.
‘Wat staat hier’ riep ik, als een volleerde ‘quizmaster’ de rij afgaand. ‘gezonde groen’ riep men uit één mond. ‘Hoe bestaat het, wat een taal!’ Daarna trok ik mij bescheiden terug, ik had geen zin handtekeningen te verzamelen om die te gaan aanbieden bij de redactie van ‘Onze Taal’. Een en ander zou misschien kunnen uitgroeien tot een ‘Beweging’: De ‘Pro-zakkies’ vande-Rosaki's en de ‘Contra's’.
M.C. Fahrenfort-Meuffels
Bloemendaal