Een On-woord (5) Katterie
De taalkunde kent regels volgens welke niet ieder woord, gedefinieerd als een opeenvolging van klanken, in het Nederlands kan voorkomen, omdat onze taal niet elke denkbare klankencombinatie kent. Truip, bijvoorbeeld, is mogelijk, puitr of tuipr niet. Er zitten aantrekkelijke kanten aan het idee ook dergelijke regels te overwegen voor het woord als betekenisdragende eenheid. Het formuleren van zulke criteria zal niet eenvoudig zijn en zonder twijfel door kritiek uit velerlei hoek begeleid worden: ‘De creativiteit van de vrije geest aan banden gelegd’. Harry Mulisch doet een vlugschrift verschijnen. Maar het resultaat zal de beloning zijn.
Het probleem is welke criteria aangelegd kunnen worden. Het esthetische aspect, mogelijk het belangrijkste, is te subjectief om vruchtbaar gehanteerd te worden (vergelijk de letterkunde).
Zakelijker zijn de vragen naar o.a. behoefte (hebben we deze nieuwvorming nodig?) en analogie (past hij in
een traditie of bestaande groep?).
Neem als voorbeeld het woord katterie, Het stond in de advertentie van een hondenpension. Op de omschrijving van dit dierenverblijf volgde de eenvoudige aanduiding ‘Tevens katterie’. De vanzelfsprekendheid waarmee het woord gepresenteerd wordt, nl. in combinatie met ‘tevens’ (commercieel gezien een schijnbeweging van hoog gehalte), wordt de indruk gewekt dat ‘katterie’ al zo'n halve eeuw bij het Nederlands hoort en dat iedereen meteen begrijpt waar het om gaat. Dit verbaasde me, want het hoort tot mijn stelligste vermoeden tot de allernieuwste woorden die zich in onze woordenschat binnengedrongen hebben, hoewel niet tot de veelbelovendste.
Het is nog zo nieuw, en daardoor weinig ingeburgerd, dat het enig zoekwerk vereiste om de betekenis te achterhalen. Die naspeuringen wijzen uit, dat katterie een kattenfokkerij is en de vernederlandsing van het Engelse ‘cattery’, dat in beperkte kring ook hier gebruikt werd. Daarmee wordt de eerste vraag aangescherpt tot: bestaat de behoefte aan een (nieuwe) naam voor zo'n bedrijf en zo ja, kun je dan niet beter het, in ieder geval Nederlands klinkende, katterie gebruiken dan een klakkeloos geïmporteerd woord? Of dienen zich betere namen aan?
Het antwoord kan niet los gezien worden van de tweede kwestie: sluit het nieuwe woord aan bij een ‘woordfamilie’ of wordt het op een willekeurige plaats in onze taal gedropt? (Daarbij hoort de vraag welk bezwaar daartegen is; elke traditie is immers ooit begonnen.) Ook ‘cattery’ is, naar mij wordt verzekerd, een vrij recent woord, maar vindt wel een plaats in de traditie van rookery, swannery e.d. Die analogie gaat voor katterie niet op. Het had aansluiting kunnen vinden bij stoeterij en fokkerij, maar weigerde dat met de hooghartigheid die katten aangeboren is. Niet ten onrechte: katterij zou in lelijkheid voor katterie niet onder doen. Wellicht doen we er voorlopig het verstandigst aan te wachten tot Mulisch gesproken heeft.
Robert-Henk Zuidinga
free-lance journalist, Amsterdam