Wat is vertalen?
Eerst iets over het Nederlandse woord vertalen. Het is mijn indruk dat dit woord de laatste jaren - in kranten, op de radio, voor de televisie - veel meer dan in zijn eigenlijke betekenis van ‘van de ene taal in de andere overbrengen’ gebruikt wordt in zijn oneigenlijke betekenis van ‘de zin van iets in andere woorden weergeven; - overdrachtelijk ook met betr. tot andere communicatiemiddelen’ (zie Van Dale). Zo hoorde ik nog onlangs op de radio dat er artsen zijn die ‘sociale problemen vertalen in medische problemen’. Een schilder vertaalt de werkelijkheid zoals hij die ziet in lijnen en kleuren. In ‘Onze Taal’ van oktober 1981 vond ik: ‘de ouderwetse journalist, in staat dit alles te vertalen, was van zijn plaats verdrongen door anderen, die het allemaal wel begrepen, maar niet in staat bleken te zijn voor een passende vertaling te zorgen’.
Het woord vertalen gaat hiermee de kant op van het woord vertolken, dat door Potgieter nog in zijn eigenlijke betekenis werd gebezigd, maar thans alleen nog maar in zijn oneigenlijke van ‘uitleggen, uitbeelden, verduidelijken’ wordt gebruikt. Het heeft zelfs de tolk gedwongen te zoeken naar een ander woord, zodat deze tegenwoordig bij voorkeur spreekt van tolken (‘ik moet vandaag nog tolken voor de rechtbank’). Het werkwoord tolken staat overigens nog niet in Van Dale!
Daarbij komt dat de buitenstaander, de leek, het grote publiek nog altijd de vertalers en de tolken op één hoop gooit, terwijl ze zich toch duidelijk van elkaar onderscheiden. Wat de een schriftelijk doet, doet de ander mondeling en de ‘psychologie’ van de vertaler is gans anders dan die van de tolk, ook al zijn er vertalers die tevens optreden als tolk. Daarbij komt dan nog dat datzelfde grote publiek eigenlijk alleen maar opkijkt tegen de conferentietolk, speciaal de simultaan-werkende tolk, maar de vertaler, c.q. de gespreks- en gerechtstolk over het hoofd ziet.
Het zij mij vergund hier op te merken dat vertalen een van de weinige beroepen is waarin vrouwen en mannen gelijkelijk aan hun trekken komen. Voor feministen en vrouwenbonden is hier nauwelijks een taak weggelegd.