Wijk Wyck!
Een aantal jaren geleden heeft men in Nederlandstalig België alle plaatsnamen van archaïstische relicten gezuiverd. Een voorbeeld: de naam van het schilderachtige Maasstadje dat zich de bakermat acht van een onzer grootste schilders, werd van Maeseyck tot, simpelweg, Maaseik. Logisch, zal men zeggen.
Maar wat zien wij nu in ons aller Maastricht? Dit schone oord heeft een over de Maas gelegen voorstad, die de Romeinen vermoedelijk al Vicus genoemd hebben. Vicus betekent wijk. En zo heette de overmaase Maastrichter voorstad dan ook: Wijk. Andermaal simpelweg en logisch. Mááár, zeiden sommige Wijker neringdoenden, als ons stadsdeel alleen maar Wijk heet is het net alsof wij maar een wijk zijn van het grote Maastricht. En daarom werd Wijk officieel door de gemeente Maastricht omgedoopt tot Wyck. Dus omgekeerd als in België.
Deze zelfs als woordbeeld weinig fraaie spelling verandert niets aan het feit dat Wyck toch altoos maar een wijk blijft van het grote Maastricht. Als we doorgaan op dit verderfelijk archaïserend pad, waarom Maastricht dan ook niet als voorheen Maestricht gespeld? En de naam van het befaamde toeristenoord aan de Geul niet teruggebracht tot Valckenborch? En ga zo maar door: Katwyck, Wyck-bij-Duerstede...
Overigens komt iets soortgelijks van boven de grote rivieren. Veel ‘Hollanders’ spellen de naam van Maastrichts stadspatroon, wiens kerk aan het Vrijthof prijkt (aan de Vrijthof, zeggen de Maastrichtenaren), Sint Servaas, als Sint Servaes.
En dit is, evenals Wijk Wyck, nogal dwaes!
J.J.M. Timmers
Maastricht