elke burger het recht alle stukken van de overheid, ook van gemeentelijke en provinciale overheid, in de officiële taal te lezen. Ook als iemand voor zijn beroep tijdelijk of blijvend in de provincie Friesland zich moet vestigen. Zoiets kan niet in Leeuwarden uitgemaakt worden, het is een nationaal belang. Niet de veranderde taalsituatie in Friesland is relevant, maar de democratische spelregels zoals die overeengekomen worden in Den Haag.
Toch is daarmee de kous niet af. Wat antwoordt de provincie Friesland wanneer morgen een harer inwoners eist de grondwet of de provinciewet in het Fries te lezen? Levert ze hem dan prompt een vertaling? Welke inwoner van Sneek wil de proef eens nemen, en mij over de uitslag berichten? De provincie zal zich waarschijnlijk (en juridisch terecht) beroepen op de omstandigheid dat hij in Nederland woont alwaar het Nederlands de officiële taal is en de grondwet bijgevolg alleen in het Nederlands is gesteld. Wat wil Friesland eigenlijk? Ik denk niet: officiële tweetaligheid, want dan zou zij toch weer alles moeten vertalen. Wat dan? Een verdeling als in België? Tot hoever wil Friesland gaan? Nu dus de toepassing van Nederlandstalige wetten in het provinciehuis in het Fries. Straks ook rechtbankverhoren en vonnissen in het Fries en zonder vertaling? Moeten Friese politieagenten tweetalig zijn, of mogen ze binnenkort ook eentalig-Fries zijn? Tot hoever wil Friesland gaan? Ik spot niet, maar stel een serieuze vraag aan de orde. Het is een vraag die zowel Friezen als alle andere Nederlanders aangaat. Men kan niet straffeloos het gebruik van het Fries uitbreiden zonder dat dat ingrijpende gevolgen heeft voor de positie van Friesland binnen het koninkrijk. En zonder twijfel een verslechtering van positie.
Dit alles neemt niet weg dat het ook een nationale plicht is Friese mensen recht te doen. Iedereen heeft recht op zijn of haar moedertaal. Minister Wiegel zou er goed aan doen onder andere Belgische adviseurs te polsen, Vlaamse zowel als Waalse.
- Uit Trouw van 31 augustus jl.: ‘De Grönneger Bond, een (nog) niet in provinciale staten van Groningen vertegenwoordigde politieke partij die zich beijvert voor “het Gronings”, heeft een brief aan staatssecretaris De Jong (Onderwijs en Wetenschappen) gestuurd, waarin wordt gevraagd ook Groningen een half miljoen gulden toe te zeggen voor het ontwikkelen van een leerplan en voor leermiddelen om op het middelbaar onderwijs het Gronings als streektaal te kunnen onderwijzen. Friesland kreeg onlangs ook een dergelijke toezegging van de staatssecretaris. Volgens de Grönneger Bond is er geen enkele reden om de ene taal te laten bestaan en een andere te laten verdwijnen. Het Gronings is nog altijd de eerste taal van zo'n 300.000 Nederlandse burgers en is in grote nood, aldus de bond.’
- De meeste mensen weten wel zo ongeveer wat een Franse grammatika is. En ook dat er Engelse, Duitse en Spaanse grammatika's bestaan. Zijn er ook Nederlandse grammatika's? O, ja, natuurlijk zal er wel zoiets bestaan. Voor die enkeling die in Ann Arbor (U.S.A.) Nederlands wil leren. Zijn er ook Nederlandse grammatika's voor Nederlanders? Gewoon een boek dat probeert te beschrijven hoe onze taal in elkaar zit? Zo ja, kunt u er een noemen? Goeie kwis-vraag, waarop gegarandeerd elk niet-neerlandicus het antwoord schuldig moet blijven (P.S. Ook vierdejaars studenten Nederlands aan een onzer zg. nieuwe lerarenopleidingen. Zelf meegemaakt). Ik zal er u dan enkele noemen die op het ogenblik in de betere boekhandel beschikbaar zijn en in elke behoorlijke openbare bibliotheek. In de eerste plaats M.C. van den Toorn, Nederlandse Grammatica, nu al de zevende druk. De oneven hoofdstukken bieden een heel leesbare, voor iedere geïnteresseerde toegankelijke beschrijving van onze taal. (De even hoofdstukken zijn lastiger. Zij behelzen zg. ‘theoretische achtergronden’). Iets moeilijker, tevens iets vollediger, is de Nederlandse Spraakkunst van E. Rijpma, F.G. Schuringa en J. van Bakel. Momenteel de 25ste druk. Zeer aanbevelingswaardig zijn ook de drie deeltjes Nederlandse Spraakkunst van C.H. den Hertog, oorspronkelijk van einde vorige eeuw, maar opnieuw uitgegeven en bewerkt door H. Hulshof. En voor wie eerst eens een overzicht wil hebben over het hele terrein der Nederlandse taalkunde, is er de aulapocket (nr. 499) van M.C. van den Toorn.
- Zojuist liep ik om een rolletje kastpapier en zag in de winkel dat Battus' Opperlandse taal- en letterkunde er nu dan toch eindelijk is. Meteen gekocht natuurlijk. Ik weet niet wat het kost, maar samen met een rolletje kastpapier was het f 81,25.
J.M. van der Horst