Dat vreemde buitenland...
In Nederland is een hele discussie aan de gang over kernwapens. Maar als men berichten uit Frankrijk, de Ver. Staten, de Bondsrepubliek, de Sowjetunie leest, krijgt men in de Nederlandse pers en voor radio of televisie de indruk dat dergelijke wapens in het buitenland in het geheel niet bestaan! Maar daar doen ze wel aan nucleaire wapens: Mitterrand kreeg tenminste bij zijn ambtsaanvaarding de code daarvan.
Opvallend is ook dat ze in het buitenland zoveel vertellen en zoveel zien. Onze bewindslieden en hun woordvoerders plegen iets te zeggen of iets mede te delen, maar die vreemde buitenlanders vertellen als maar, geloven we ze a priori minder, zijn het allemaal sprookjes?
Hare Majesteit, bewindslieden, vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers: ze ontvangen, bezoeken, spreken, ontmoeten allerlei personen. Maar in het buitenland schijnen ze, al weer volgens het ANP en de verschillende redacties, elkaar alleen maar te zien.
Zouden ze over de grens het nu heus zo anders doen? Of lezen en horen onze journalisten zo veel Engels of Amerikaans dat ze klakkeloos verhaspelen wat ze horen en dat Nederlands noemen?
De vroegere eindexamenvertalingen plachten in de leraarskamer nogal eens hilariteit te verwekken, als ‘de rolladen langs de straat omlaag rolden’, ‘de keien van de piano werden aangeraakt’, ‘ze zich zelfs van onderen waste’ (‘lavait soi-même ses bas’) en meer dergelijke fraaiigheden. Je zou zeggen dat de journalisten of de redacties mogelijk wel zouden varen bij een moderne, op de dagbladpers en de andere media toegesneden versie van ‘Pitfalls’ of een equivalent van de roemruchte ‘Schwere Wörter’.
W.J. Jong, gepens. leraar
Heemstede