Van Woord tot Woord
Een stelsel van getallen
Hoe zou u spontaan, dus als u er geen woord voor kende, een stelsel noemen als het tientallig en het vijftallig stelsel, een stelsel van tellen dus, een stelsel van het vormen van getaleenheden, van een zodanige ordening van de getallen dat van een bepaald grondtal, basisgetal wordt uitgegaan. Het gaat erom dat u voor zo'n systeem een tweeledige samenstelling moet bedenken, waarvan het tweede lid -stelsel is. Ik denk dat het door u nieuwgevormde woord telstelsel of getallenstelsel zal luiden. Het bestaande woord is echter talstelsel.
Waarom zult u talstelsel zo moeilijk kunnen verzinnen? Omdat tal een ‘dood’ woord is. Het maakt of deel uit van een bestaande samenstelling of afleiding (b.v. talrijk, getal) of het staat in een vaste uitdrukking (b.v. tal van...). In sommige vaktalen kan het ook een vaststaande hoeveelheid aangeven (b.v. een tal haringen, een tal draden). In de levende taal gebruikt niemand het meer in de betekenis ‘getal’ of ‘aantal’ en het is ook nauwelijks produktief bij het vormen van nieuwe samenstellingen. Nieuwe samenstellingen waarvan het eerste lid tal is (bv talprijs) ontstaan helemaal niet meer. Tal als tweede lid van de samenstelling is niet produktief in de betekenis ‘getal’, zoals grondtal, vermenigvuldigtal, maar wel in de betekenis ‘aantal’, b.v. stemmental, inwonertal. Getal is in beide posities, dus als eerste en als tweede lid, produktief. Aan woordenboekwoorden als streefgetal, ongeluksgetal, getalgeheugen, getalsverhouding en getallenreeks kunnen talloze niet-woordenboekwoorden toegevoegd worden.
Talstelsels boeien me al jaren. Het meeste wat ik erover gelezen heb was echter niet- Nederlandstalig. De stelsels heb ik altijd, afgaande op mijn eigen taalgevoel, getallenstelsels genoemd. Ik meen dat ik ook anderen ze wel eens zo heb horen noemen. Toen ik begon aan de serie voor Onze Taal over onze getallen heb ik opgezocht hoe ze in de bestaande vaktaal heten. Dat bleek dus talstelsels te zijn. Het is lastig een nieuwe term te gaan gebruiken voor een begrip dat je vertrouwd is. Natuurlijk besloot ik het toch te doen. Wat heb ik echter gedaan. Ik blijk de nieuwvorming tallenstelsel te hebben geïntroduceerd. Een lezer wees me erop dat dit een niet-bestaand woord is en hij heeft gelijk. Er kan hier sprake zijn van een contaminatie tussen het mij bekende getallenstelsel en het mij voorheen onbekende talstelsel. Het is ook mogelijk dat er analogievorming aan het werk is geweest: bij getallenstelsel ga je uit van het meervoud van getal. Naar analogie daarvan heb ik ook het meervoud van tal genomen.
Een kleine correctie van een lezer dus. Een andere lezer vraagt zich af of ik op pagina 29 van deze jaargang in de zinsneden ‘maar dat komt doordat’ en ‘Doordat een vijftallig stelsel’ niet beter omdat dan doordat had kunnen gebruiken en of doordat geen germanisme is. Ik geef toe, dat er hier beide keren van een twijfelgeval gesproken kan worden. Doordat is echter absoluut geen germanisme. In de normerende handboeken worden regels gegeven voor het gebruik van omdat en doordat met voorbeel-