Ter Informatie/Het Gezegde & Co.
- De rubriek Ter Informatie wil eerlijke informatie geven. Ik lieg niet bij het noemen van de prijs van een boek. U kunt ervan op aan, dat ik titels en telefoonnummers naar beste weten doorgeef. Ook streef ik ernaar de ruime kring van lezers van Onze Taal met hun soms uiteenlopende interesses zo veel mogelijk van dienst te zijn. (Hoe meer lezers gegevens aandragen, hoe beter het is; postbus 140, De Lier). Nu verschilt een rubriek hierin van een lijst ingekomen boeken, dat de samensteller ertussen zit, tussen die boeken en de lezers. Dat brengt een zekere mate van subjectiviteit met zich mee, er komt mening bij. Net als bij vrijwel alle andere stukken in Onze Taal. De mening van de auteur natuurlijk. Die mening kan ieder desgewenst naast zich neerleggen, zich beperkend tot de gegevens.
Ik neem aan dat de lezers van Onze Taal daar weinig moeite mee zullen hebben. De titel ‘Ter Informatie’ kan doen denken aan een lijst ingekomen brieven en boeken. Om dit misverstand te vermijden kiezen we liever een andere titel. Vandaar: Het Gezegde & Co. De opzet blijft gelijk.
- Welnu, dit rechtgezet hebbende, kunnen we iets over de Stichting Ons Erfdeel zeggen. Ja, de doelstellingen komen inderdaad ten dele overeen met die van het Genootschap Onze Taal. Maar net als bij politieke partijen liggen de programma's dichter bij elkaar dan het feitelijke optreden. En net als bij politieke partijen berust onze keuze veeleer op het feitelijke optreden dan op de programma's. Zo gaat dat. Het raadsel van onderaan bladzijde 63 is minder groot dan het lijkt.
- Zinnen als Ik heb Piet heb ik nooit gezien zal wel niemand opschrijven. Vandaar dat je ze nooit leest. Toch komen ze in de spreektaal veel voor, bij bijna iedereen. Let er maar eens op. Het gevolg van dat niet-geschreven-worden is, dat zulke zinnen in grammatika's niet behandeld worden. Het aardige van het boek van Frank Jansen, Syntaktische konstrukties in gesproken taal is nu, dat daarin juist wel die typische spreektaalzinnen behandeld worden. Ook bijvoorbeeld Piet die heb ik nooit gezien, en Heb ik nooit gezien. Een van zijn conclusies is, dat dit soort zinnen geenszins beperkt is tot platpraten, onverzorgd spreken, enz., maar overal en bij iedereen voorkomt. Het boek is zijn proefschrift; het is verschenen bij uitgeverij Huis aan de drie grachten, Amsterdam 1981, en het kost f 49,50. Geen eenvoudige kost, maar misschien is de auteur (geen onbekende voor lezers van Onze Taal) bereid eens een samenvatting voor dit blad te schrijven.
- Van 29 juni t/m 4 juli aanstaande is er in Amsterdam een ‘Zomeruniversiteit Vrouwenstudies’. Een van de thema's die daar aan de orde zullen komen, heet: ‘beeld, taal & teken’ (themagroep 8).
Leiding en deelneemsters zullen zich er bezighouden met het verband tussen de positie van vrouwen enerzijds en taal in de ruimste zin anderzijds. Er is een congresmap met veel informatie over dit onderwerp beschikbaar voor wie beslagen ten ijs wil komen. Verdere informatie kan men vinden in het Tijdschrift voor vrouwenstudies 2 (1981), afl. 5 (bijlage), of op Herengracht 508, 1017 CB Amsterdam; tel. 0205252619. Voorbereidingen zijn verzorgd door Annechien Vink en Ingrid van Alphen.
- Op zaterdag 12 en zaterdag 19 september aanstaande worden in Amsterdam twee studiedagen georganiseerd over variatie en norm in de standaardtaal. Er worden lezingen gehouden, de eerste dag over andere talen, de tweede over het Nederlands, en er is ruimschoots gelegenheid voor gedachtenwisseling. Deze dagen zijn nadrukkelijk niet alleen bedoeld voor wetenschapsmensen maar ook voor onderwijzers en leraren-Nederlands. Overwogen wordt een derde studiedag te organiseren over standaardtaal in het onderwijs. Wie zich tevoren aanmeldt, krijgt samenvattingen van de lezingen thuisgestuurd.
Adres: J. de Rooij, P.J. Meertens-Instituut, Keizersgracht 569-571, 1017 DR Amsterdam.
- In het april-nummer schreef ik over de boekjes Le Néerlandais, Niederländisch en Dutch van de Stichting Ons Erfdeel. Uitstekende boekjes, zoals gezegd. Alleen de slotzin vond ik vreemd. Die luidt (in het oorspronkelijke Nederlands): ‘Omringd door drie grote gemeenschappen, de Franse, de Engelse en de Duitse, vormen de nederlandstaligen een niet te verwaarlozen groep van twintig miljoen Europeanen met een gemeenschappelijke taal, waarvoor ook maar één naam mag gelden: Nederlands.’ Hierin las ik, en blijf ik lezen, een zeker verband tussen enerzijds het ‘niet-te-verwaarlozen’ en anderzijds het getal van ‘twintig miljoen’. Bij mij riep dat de vraag op: wanneer is een groep wèl te verwaarlozen? Bij 5 à 6 miljoen? Bij 350.000? Bij 150.000? Bekende getallen voor de insiders. Niet de Stichting komt met een antwoord, maar O. Vandeputte, auteur van de oorspronkelijke Nederlandse tekst. Het antwoord luidt, even vriendelijk als geruststellend: ‘als de groep zichzelf verwaarloost’. Ik geef het gaarne door, want bij het lezen van die slotzin zou u daar niet opgekomen zijn.
- In het februari/maart-nummer meldde ik het bestaan van de ‘Europa Klubo’, althans van de Vlaamse afdeling daarvan. Ik meende ergens gelezen te hebben dat er ook een Nederlandse afdeling is. Mis. Er is (nog?) geen Nederlandse afdeling. Personen in Nederland die lid willen worden van deze internationale vereniging, kunnen zich voorlopig het beste aansluiten bij de Vlaamse afdeling. Aldus de reaktie van Herman Deceuninck, de Belgische secretaris. Volledigheidshalve herhaal ik nog even de hele naam: ‘Vereniging voor de bevordering van de betrekkingen tussen de Europese taalgemeenschappen (Europa Klubo)’. Vlaamse afdeling: Aarlenstraat 78,1040 Brussel.
- Tenslotte nog twee nieuwe boeken: Tini Visser schreef Beste brave burger. De ambtelijke taal ontleed. Peter van Straaten tekende er de cartoons voor. Het is een uitgave van Wolters-Noordhoff BV in Groningen; de prijs is f 15,-. Bij Bohn, Scheltema & Holkema is een vertaling verschenen van Chomsky's boek Rules and representations (1980): Regels en representaties. De vertaling is van de hand van Henny Corver. Prijs: f 45,-.
J.M. van der Horst