Ter Informatie
- Jozien Jobse-van Putten heeft onderzocht hoe men brood noemt. In de ene streek eet men een stoet, en in de andere een wegge, in weer een andere een mik of een bol. En dan zijn er nog de namen als knip wegge, roggemik, witte bol, roggestoet en wit brood. Het resultaat van dit onderzoek is een secuur boekje geworden, met de titel 'n Brood is ginnen stoeten. Taalgeografisch onderzoek naar broodnamen in Nederland, Amsterdam 1980. Het is nummer één van een serie die het P.J. Meertens-Instituut gestart is. Daar is het te bestellen: Keizersgracht 569-571, 1017 DR Amsterdam. De prijs is f 15,-.
- Interesse voor taal is meestal interesse op een koopje. Een amateur-violist zoekt van heinde en ver wat er van zijn gading is; wie in molens geïnteresseerd is zal niet schromen ook eens in vakliteratuur te duiken; de liefhebber van de 17de-eeuwse Hollandse schilders doet meer dan alleen schilderijen bekijken, en wie graag kokkerelt of wijn drinkt schaft zich al gauw eens een boek aan voor zijn hobby. Maar buiten de kring van hen die beroepshalve met een taal bezig zijn, koopt bijna niemand zich een grammatica. Het meeste van die zogenaamde brede belangstelling voor taal houdt weinig om het lijf. Men wil saillante weetjes horen, zijn gelijk bevestigd zien door Van Dale, of angstvallig zich beschaafd uitdrukken.
- Het/de NRC/Handelsblad heeft onlangs zijn lezers uitgedaagd een beschouwing te schrijven over wat zij de tien mooiste woorden in onze taal vinden. Het prijswinnende en geheel afgedrukte opstel deed niet zo veel verwachten van het niveau der andere ingezonden maar niet bekroonde werkstukken. Het initiatief tot zo'n prijsvraag verdient ondertussen alle waardering. Liefde bleek voor veruit de meeste inzenders het mooiste woord. Het zou ook aardig zijn het lelijkste woord eens tot onderwerp van een prijsvraag te maken. Misschien iets voor Onze Taal.
- Ik sprak, naar aanleiding van de NRC/Handelsblad-prijsvraag verschillende taalkundigen die zo'n etiket van mooiste woord klinkklare onzin vonden: er zijn geen mooie of lelijke woorden. De taalwetenschap zou juist tonen dat het ene woord zo goed is als het andere. Daarin vergissen zij zich. Het behoort tot de afspraken van de wetenschap niets te zeggen wat niet voor iedereen in principe aanvaardbaar is: dus geen woord over mooi of lelijk. Kan de wetenschap niet aanwijzen wat mooie of lelijke woorden zijn, dan kan zij evenmin het bestaan van mooi of lelijk loochenen; het valt eenvoudig buiten haar terrein. Ik kan een landschap of een vrouw mooi vinden zonder steun van planologen, biologen of medici. Zij kunnen die schoonheid nimmer bewijzen, maar zullen haar evenmin loochenen. Taalwetenschappers echter schromen niet mij voor de voeten te lopen met hun waandenkbeeld dat er geen mooie woorden zijn. Natuurlijk zijn er wèl mooie en lelijke woorden net zo goed als dito mensen of landschappen.
- Mario Dijkhoff heeft een Woordenboek Papiaments-Nederlands en Nederlands-Papiaments samengesteld, met medewerking van Magalis Vos de Jesús, een uitgave van De Walburg Pers, Postbus 222, 7200 AE Zutphen. De prijs is f 19,50, zeer laag, dankzij subsidie van de Antilliaanse regering, het Prins Bernhard Fonds en de Sticusa. Of het goed of slecht is, weet ik niet. Wèl weet ik dat er op dit gebied hoegenaamd niets bestond; alleen al daarom lijkt het me dus een belangrijke uitgave.
- In Nederlandssprekend België bestaat, ik heb er al eerder op gewezen, een ‘Vereniging Algemeen Nederlands’, met het tijdschrift Nederlands van nu. (Vroeger heette deze vereniging: ‘Vereniging voor Beschaafde Omgangstaal’, en haar tijdschrift: Nu nog.) De vereniging is wel vergelijkbaar met het Genootschap Onze Taal. Een abonnement kost f 17,- (voor studenten f 8,-). Het adres is: Ant. Dansaertstraat 76,1000 Brussel.
- Uit Trouw van 19 januari 1981: VEEL TE WEINIG LERAREN FRIES. Er is een grote behoefte aan leraren in het Fries en er moeten meer mogelijkheden komen voor opleidingen. Dit is de conclusie van een tussenrapport van de rijkscommissie ‘Fries in het voortgezet onderwijs’. Uit een onderzoek bij het voortgezet onderwijs in Friesland is gebleken dat de motieven om geen Fries te geven veelal niet van principiële maar technisch-organisatorische aard zijn: veelvuldig worden het maximum aantal leerlinglessen en het ontberen van