Onjuist taalgebruik
Er is vrijwel geen geval van onjuist taalgebruik te bedenken dat in de circa 20 jaar dat ik geabonneerd ben op O.T. niet werd gesignaleerd. Het feit dat dezelfde fouten en onjuistheden onverminderd blijven voorkomen is teleurstellend en wijst er op dat O.T. niet wordt gelezen door degenen die dit het meest nodig hebben.
Zonder uitzondering plaatst men accenttekens op de e's van: een van de, een van mijn, onze, uw, enz., gevolgd door een zelfstandig naamwoord, terwijl men ze weglaat waar ze noodzakelijk zijn. Zelfs las ik ergens: Er bestaat maar 'n middel om aan die wantoestand een einde te maken.
Het overbodige gebruik van kunnen en mogen wanneer in de zin reeds een woord voorkomt dat die mogelijkheid of vergunning uitdrukt: De politie moet meer bevoegdheid hebben om voldoende preventief te kunnen optreden. De gemeente is te vrijgevig met het verlenen van vergunningen om sterke drank te mogen verkopen.
Rustig in plaats van gerust. Wanneer ik hoor of lees: Je kunt rustig je eigen mening zeggen, ervaar ik dat als een germanisme. Ik zou hier zeggen gerust, dat immers vrij, vrijuit, zonder angst betekent.
Nodeloze scheidingen van de delen van een werkwoord: Hij heeft het onheil niet aan kunnen zien komen, i.p.v. kunnen zien aankomen.
Plotsklaps i.p.v. plotseling of eensklaps. In het gunstigste geval is dit een gewild-grappige combinatie.
Woordelijk vertaald Engels: Kan blank Afrika overleven? Al de kalender 1977 besteld? Het wordt afgezaagd te klagen over de invloed van het Engels op onze taal, maar het is interessant te lezen hoe ook andere naties met hetzelfde euvel te kampen hebben. In het aprilnummer van het Franse maandblad Le monde de l'éducation komt een artikel voor van Claude Duneton: ‘L'anglo-américain est en train de nous avaler tout crus.’ Hierin zegt Duneton ongeveer het volgende: Het Engels-Amerikaans dringt steeds verder door in Frankrijk. Grote groepen van mensen bedienen zich niet meer van het Frans. Kinderen worden zelfs in het Engels opgevoed voor een eventuele studie in de V.S. Het onderscheid Frans - niet-Frans verdwijnt meer en meer.
Het is in Frankrijk dus nog erger dan bij ons, het Frans wordt niet alleen verbasterd tot franglais, het wordt door bepaalde groepen geheel en al overboord gezet. Duneton wijst er voorts op dat het Franse volk gevormd wordt door Bretons, Normandiërs, Elzassers, Proven-çalen, enz., voor wie Frans een taal is van recente datum. Van welke Fransen van boven de 30 jaar spraken de grootouders Frans als moedertaal?, vraagt hij zich af. Hij acht het gevaar van verdrongen te worden door het Engels voor het Frans veel groter dan voor het Hollands of Deens. De Hollanders en Denen, zegt hij, spreken een taal die ze van hun voorouders geërfd hebben en die in verre tijden verankerd ligt. - We willen hopen dat Duneton gelijk heeft.
W.J.M. Huisman, Amersfoort.