In het Nederlands en het Duits echter, (ik meen ook in het Deens en Noors) zegt men eerst de eenheid en daarna het tiental en verbindt die beide met het voegwoord ‘en’ (‘und’).
Niet: dertig-acht, maar: achtendertig.
Bij het schriftelijk vastleggen van het getal 38 schrijven we dus in het Nederlands het cijfer dat je als tweede hoort op de eerste, dat je als eerste hoort op de tweede plaats.
Deze handeling is voor bijna alle anderstaligen, zelfs voor hen die het Nederlands goed beheersen, een bron van veel vergissingen. Met een aantal van hen kom ik, als hun leraar Nederlands, geregeld in aanraking. Volgens hun eigen getuigenis schrijven ze, bij het horen van achtendertig, in plaats van 38 heel vaak: 83. Dezelfde vergissing maken ze als ze een nummer draaien dat hun mondeling wordt opgegeven. Als ze horen: achtendertig, beginnen ze ook hier met de 8.
Natuurlijk is voor een Nederlander dit gevaar veel minder groot, maar denkbeeldig is het naar mijn mening niet.
Mijn tweede bezwaar is van economische aard.
Als je zegt: achtendertig - zesenvijftig - vierentwintig, spreek je twaalf lettergrepen uit. Zeg je: drie, acht, vijf; zes, twee, vier: zes lettergrepen. Dit is de helft minder. Een verschil dus van 50%.
Als er in het nummer een of meer zevens en/of negens zitten, (zeven en negen hebben twee lettergrepen) komt de verhouding anders te liggen, maar ook ongunstig.
797979 als: negenenzeventig - negenenzeventig - negenenzeventig: achttien lettergrepen;
797979 als: zeven, negen, zeven; negen, zeven, negen: twaalf lettergrepen. Dit is een derde minder.
Afgezien van gevallen als: quatre-vingt-dix-sept, ligt deze verhouding in andere Europese talen over het algemeen gunstiger, hoewel er toch nog verschillen blijven: thirty-eight: drie lettergrepen: three, eight: twee lettergrepen. Ook dit is een derde minder.
Het derde bezwaar ligt mogelijk op het terrein van ons geheugen.
Ofschoon we een telefoonnummer meestal onmiddellijk schriftelijk vastleggen, nadat het ons is meegedeeld, moeten we het toch dikwijls een korte tijd in ons geheugen trachten te houden. Vaak ook is het gemakkelijk een nummer zelfs voor langere tijd te kunnen vasthouden. Welnu, zes lettergrepen zijn gemakkelijker te onthouden dan twaalf.
Dus: drie, acht, vijf, zes, twee, vier is gemakkelijker te onthouden dan: achtendertig - zesenvijftig - vierentwintig. Als deze laatste redenering wat te simpel is uitgevallen, dan mogen de mnemologen mij bijstaan.
Op mijn vraag aan een medewerkster van de inlichtingendienst van de PTT, (afdeling: Telefonie, 008) hoe een nummer als bv. 385624 door haar wordt opgegeven, was het antwoord: ‘Achtendertig - zesenvijftig - vierentwintig.’ Op mijn volgende vraag of deze manier bij haar dienst verplicht was, luidde het antwoord: ‘Nee, maar de meesten van ons, zeker die langer hier zijn, doen het zo.’
Natuurlijk zijn er veel nummers, die door de aard van hun structuur, een bepaalde manier gemakkelijk, of zelfs vanzelfsprekend maken. Zodra we in een nummer een zekere samenhang of een bepaald ritme vinden, ligt het voor de hand dat we daarvan gebruik maken:
123456: een, twee, drie; vier, vijf, zes.
888888: zesmaal acht!
Ook hier spelen wellicht individuele aanleg en voorkeur een rol.
Het zou interessant zijn eens na te gaan, hoe in andere groeperingen, bv. bij de marine of artillerie, nummers, getallen, cijfergroepen, cijferreeksen worden vastgelegd, meegedeeld, doorgegeven. Maar dit is een ander hoofdstuk, waarmee echter ook de PTT misschien haar voordeel zou kunnen doen.
Conclusie:
In het Nederlands is 385624, lees: drie, acht, vijf; zes, twee, vier, beter dan: 38 56 24, lees: achtendertig - zesenvijftig - vierentwintig, want het is:
a) veiliger,
b) zuiniger,
c) mogelijk gemakkelijker te onthouden.
J.G.G.M. Smits van Oijen, Leende.