Reclametaal
Tot de bescheiden, maar kenmerkende attributen van onze huidige beschaving behoren de prentbriefkaart zakjes-met-reclame van de kantoorboekhandel. Leest u deze reclame? Over het algemeen heeft u daar geen behoefte aan: u kocht uw kaarten met een ander doel, dan waarheen de reclame u wil leiden. Soms echter kan zij een bron van inspiratie zijn.
Juist wilde ik zulk een zakje bij het oud-papier leggen, zodat het opnieuw een nuttige functie kon vervullen, toen ik besefte, dat zijn tekst het maakte tot een document van taalkundige, ja cultuurhistorische waarde.
Deze tekst luidde als volgt:
Agfamatic Pocket
mit sensor + repitomatic.
In welke taal is deze tekst gesteld?
Een woord-analyse bracht mij in een moeilijk dilemma.
De tekst bevat drie woorden - die tot geen taal behoren, omdat het geen woorden zijn, maar schijnwoorden: ‘Agfamatic’; ‘sensor’ ‘repitomatic’. Er blijven maar twee woorden over: ‘Pocket’ en ‘mit’. Het eerste is zuiver Engels, het tweede zuiver Duits. Zetten wij de resultaten van onze woord-inventarisatie op een rijtje, dan schijnen de kansen voor het Engels het grootst: ‘Pocket’ is een ‘naamwoord’, ‘mit’ slechts een woord met een verbindende, dus secundaire functie. Hoewel de drie schijnwoorden niet mee mogen doen, hebben zij alle drie meer een Engelse dan een Duitse habitus. Echter: de woord-inventarisatie blijkt hier niet de goede methode: onderzoeken wij de ‘zins’ bouw van de mededeling, dan komen wij tot een veel sneller en veel exacter resultaat: er is dan geen twijfel mogelijk: het woordje ‘mit’ stempelt de tekst tot een mededeling in de Duitse taal!
Wij kunnen ons erover verbazen, welke determinerende macht het woordje ‘mit’ hier blijkt te bezitten.
Wij kunnen ons verder verbazen over de zéér smalle basis, waarop deze macht berust: op de basis van de letter i. Immers, vervangt men deze letter door een e, dan is deze tekst even onbetwist een Nederlandse als hij voorheen een Duitse was.
Wij kunnen ons wederom verbazen over de opzienbarende eenvoud van deze vertaling van het Duits in het Nederlands (over het algemeen geen gemakkelijke opgave, wanneer men niet in omschrijvingen wil vervallen). Daarboven is de vertaling van een exactheid, die anders nooit wordt bereikt, wegens het verschil in taalkarakter. De Duitse en de Nederlandse tekst zijn naar zin en inhoud identiek!
Hoe is dat mogelijk?
Omdat het levend zinsverband hier in werkelijkheid niet meer bestaat! Wat wij zien is slechts de buitenkant: het uiterlijk omhulsel, leeggegeten door de reclame, die zich meester maakt van het woord, dit vervormt, en gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd. Het is er mee als met de rups, die de larven bergt van de sluipwesp: uiterlijk lijkt hij volkomen gaaf, maar het blijkt slechts de buitenkant te zijn, inwendig is hij leeggegeten.
In onze tekst is dit leegeten van nabij te volgen, in symbolische duidelijkheid. Het eerste woord ‘agfamatic’, bestaat uit twee onderdelen: ‘agfa’ en ‘-matic’. In het eerste herkent u de parasiet: het foto-merk Agfa; in het tweede herkent u de prooi: het woord ‘automatic’: het ‘lichaam’, ‘auto’, hetwelk het begrip van het in zichzelf..... insluit is reeds opgeslokt, alleen het ‘staartgedeelte’, ‘-matic’, steekt nog naar buiten!
Zo ligt de tekst voor ons, als een tot in de kern vermolmde taal. Wij kijken ernaar als naar een vermolmde balk. Deze lijkt een stevig stuk hout, maar hij draagt niet meer: je prikt er zo doorheen. Het is slechts een buitenkant, die je ziet: inwendig is hij vergaan; bij de eerste aanraking valt alles uiteen. Evenzo is het met onze tekst: het eerste woord brak reeds onder onze ogen uiteen maar ook beide stukken zijn (taalkundig) niets meer waard. ‘Agfa’ is in het geheel geen woord, doch een stel letters; ‘-matic’ is slechts een staartje, zonder lichaam; ‘sensor’ is een na-maakwoord, dat geleerd, en daardoor imponerend klinkt.