Ik vind de tweede zin, ook al staan er zelfs twee komma's in, toch totaal onaanvaardbaar, om niet te zeggen: nonsens.
Dan is mij het voorbeeld van Louis Couperus heel wat liever. Deze grootste stilist van de Nederlandse taal beschreef dezelfde willekeur van het kommagebruik heel wat luchtiger, zelfs spottender dan ons hedendaagse leerboek. In Couperus' bundel ‘Van en over mijzelf en anderen’ staat een aardig cursiefje (Couperus noemde het ‘feuilleton’) waarin zijn vriend Jan hem een tekst laat lezen ter goedkeuring.
‘Maar Jan!’ zegt hij, héél verwonderd. ‘Het is waarachtig wel goed, wat je daar hebt samengeflanst! Het is geestig, en er is stijl in! Je beweerde, dat je nooit kon schrijven! Je kan heel goed schrijven! Je moet maar eens méér met een feuilleton voor me invallen.....’
(‘Dat nóóit!’ zei Van Speijk!)
‘Alleen,’ zegt Louis en leest vluchtig de bladen over, die hij mij uit de trillende vingers genomen heeft, ‘er mankeert iets aan, Jan... Maar dàt is gemakkelijk te verhelpen.....’
‘En wat mankeert er dan, Louis?’ vraag ik, gevleid, en nieuwsgierig. ‘Komma's, beste Jan’, zegt Louis kalm en een beetje droog. ‘Komma's. Vergeet nooit, Jan, als je weer schrijven gaat, dat komma's je halve stijl maken. Maar zoals ik zeg, het is een gemis, dat heel gemakkelijk is te verhelpen. Geef mij dus’ - voltooit Louis - ‘maar even dat antieke Chinese ivoren doosje aan, dat, schuin, drie centimeter vanaf mijn inktkoker staat, Jan....’
Ik vond het ivoren doosje dàdelijk en bracht het aan Louis, die zich half oprichtte vanaf de gouden kussens. Zijn ‘slanke vingers’ openden voorzichtig het doosje en tussen de tippen dier vingers nam Louis sierlijk, zoals een vroegere markies snuif nam, een hoopje komma's en strooide die over de bladen heen mijner ‘Belangrijke Mededelingen’.....
Ook hier vindt u geen richtlijnen, want Couperus schreef geen leerboek. Misschien komt er iemand anders nog wat positiever op de komma terug om u wel wat duidelijker houvast te geven.
A.J. Vervoorn