chels Verzeichnis’ en zo meer. Voor de komma als leesteken (in decimale breuken is hij door de punt vervangen) moet ik u herinneren aan de oude gewoonte om die op zijn Duits te plaatsen ter afscheiding van bijzinnen, b.v. in: ‘Hij heeft me niet willen zeggen, waarvoor hij kwam, tot ik geheimhouding beloofde’. Nog omstreeks 1950 stond er in een handleiding voor het eindexamenopstel, dat tussen twee persoonsvormen van werkwoorden een komma op zijn plaats was. Een jaar of tien later gaf de uitgeversbond aan auteurs de raad om alleen een komma te plaatsen waar het voor de duidelijkheid nodig was. Twee komma's vormen een aanhalingsteken. In het Nederlands als in het Duits staat het vóór de aanhaling onder aan de regel, aan het eind bovenaan. Maar hoe langer hoe meer ziet u de inverted commas, enkele of dubbele, alleen bovenaan staan.
Ik kom nu tot de letters, dus tot de spelling. Daar weet ik alleen maar over te zeggen, dat het woordje o, de uitroep, tegenwoordig bijna altijd met een h verlengd wordt. Van de letters kunnen we overgaan tot de woorden, en daar is, zoals u raden kunt, enorm veel te oogsten. Dat wordt u duidelijk als u de nieuwste druk van het Handwoordenboek van Koenen van 1½ jaar geleden, naast de vorige druk legt. Achterin staan de Engelse woorden bij elkaar ten behoeve van gebruikers die de uitspraak willen weten. Die lijst is bladzijden langer dan hij was. Nou zegt dat natuurlijk niet alles. Een woordenboek maakt geen onderscheid tussen woorden die in algemeen gebruik zijn zoals sorrie en okee, lunsj en toalet, en technische termen die alleen door ingewijden gebezigd worden zoals bit en digit, of topic en comment. Daar is alweer heel veel gradueel verschil tussenin. Wat drugs zijn weet ieder die een krant leest of een T.V.-toestel heeft, al kan hij het woord niet uitspreken, maar binnen een veel beperkter scene spreekt men van weed en pot en shit, over een afkickboerderij voor geflipte junkies. Lang niet iedereen weet wat een deejay is of een scriptgirl, inzoomen of playbacken. In de kantoorwereld is part-time bekend, bij de zgn. media: free-lance. Maar in alle kringen hoor je op vrijdagmiddag of zaterdagmorgen prettig wiekent.
Aan dat laatste woord hoort u dat de nabootsing van Engelse taalklanken soms maar slecht lukt. Andere afwijkingen hebt u in poelóver en riezeúrtsj, in een life-uitzending, dikwijls ook met een f gespeld. Aan de uitspraak van plestik wordt u de betekenis van het Amerikaans gewaar.
We gaan ook graag onze eigen gang met het Engels. U kent van vroeger al het woord lunchroom. Na-oorlogs is pocket, een verkorting van pocket-book.
Er is een hele generatie opgegroeid met vier nieuwe woorden: mixen, link, set, en keen. De Londense korrespondent van mijn krant schreef: ‘De Ierse regering is er kien op, internationaal te laten zien, dat zij de terroristen wel degelijk aanpakt’. Ik heb meermalen aan mijn studenten gevraagd, nog wel neerlandici, waarom ze in hun skriptie set schreven in plaats van stel, of reeks of serie, een andere keer waarom ze een tussenschakel of een verbinding nou zo nodig een link moesten noemen, en altijd keken ze me dan aan alsof ik van een andere planeet was komen aanzetten.
Niet op onwetendheid maar op kommerciële overwegingen berust wat ik aantrof op een reklamekaartje van het restaurant ‘Hoog-Brabant’ in Utrecht, dat ik van de week met toestemming van de kelner in mijn zak heb gestoken. Ik lees enkele woorden en uitdrukkingen voor, waarbij ik zulke als lunch, bar en lounge oversla, All-in-gastvrijheid, pub, air-conditioned ruimte, pocketinformatie, een snelle snack, de counter van de Brabant Grill, een exclusieve mix van de barkeeper. Het is natuurlijk ook een konkurrerend tegen elkaar opbieden, wat maakt dat een kapper niet meer coiffeur op zijn winkelruit zet, maar barbershop, en de sigarenboer de voorkeur geeft aan rookshop. Een stapje hoger op de maatschappelijke ladder en u treft iets dergelijks aan, een beetje gemaskeerd door geleerde uitgangen van de woorden, maar met hetzelfde bestanddeel van dikdoenerigheid. Ik beperk me tot één facet van dat hogere leven. Enige jaren geleden heeft ons Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen een Amerikaans adviesbureau in de arm genomen in de hoop dat dat na studie zou kunnen vertellen hoe ons onderwijs gereorganizeerd moest worden. Dat bureau heeft een aantal Nederlandse doctorandi het vak geleerd en het gevolg is dat nu alle nota's van het ministerie vol staan met woorden als initieel, implementeren, optimalizeren, en zo meer.
Het is ook een taalverandering, al vindt u daar geen sporen van in het woordenboek, als een woord een andere gebruikssfeer krijgt, b.v. ruimer verbreid of veelvuldiger geschreven wordt. De ouderen onder u, die zich herinneren hoe sorry een woord van het hockeyveld was, dat je daarbuiten uitsluitend kon zeggen tegen mensen die je tutoyeerde, zullen zich verbazen als ze horen hoe dit nu door iedereen tegen iedereen wordt gezegd, en pardon vervangen heeft. Zo zijn ook all right, in orde, goed, afgesproken vervangen door okee, dat net als wiekent voor de oorlog op veel kleiner schaal in gebruik was.
Zo iets gebeurt ook met zuiver Nederlandse woorden, die b.v. een andere betekenis krijgen. Denkt u aan het werkwoord boeken, dat niet meer alleen betekent wat het reisbureau voor de klant doet, maar ook wat de klant doet op het reisbureau. De klant boekt passage of een reis, en het werkwoord bespreken bestaat alleen nog in woorden als bespreekbureau en bespreekgeld voor plaatsen in de schouwburg.
Heel dikwijls zijn deze veranderingen een ergernis voor de schoolmeester, die er alleen de vertaalfout in ziet. Ik kan mijn schoolmeestersaap niet aldoor in de mouw houden. Oordeelt u zelf. In de hele berichtgeving over de oorlogvoering in Viet-Nam hebben de mij bekende dagbladen nooit het woord berg gebruikt - men maakte alleen maar melding van heuvels, terwijl daar toch knapen van over de 2000 meter bij waren. Ander voorbeeld: terwijl dagelijks dodelijke ongelukken, natuurrampen, moorden en oorlogshandelingen worden bericht, zijn er nooit lijken te vinden, nooit een stoffelijk overschot, altijd alleen maar lichamen.
Ik wissel in het volgende de algemene verschijnselen af met gevallen die naar ik hoop op zichzelf staan, maar, zoals ik in het begin al zei, je weet maar nooit.
Niet helemaal uniek, maar toch wel een uitzondering is het bericht, dat een minister van buitenlandse zaken op reis is gegaan met zijn jonge bruid Nancy. Nu zijn we