Onze Taal. Jaargang 46
(1977)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
taalkunde was het vooral de taal als communicatiemiddel die hem boeide, als redacteur van Onze Taal was het de taal als cultuurbezit. Hij hield van moderne taal, maar hij veronachtzaamde ook de oude niet.
Enige tijd geleden vertelde ik hem, niet zonder enige trots, dat ik in het bezit was van een oude bijbel in het Nederlands. Enthousiast als hij was, wilde hij er meteen meer van weten; en samen hebben we het eerbiedwaardige boek aan een nader onderzoek onderworpen. Het was een Vorsterman-bijbel. Het exemplaar dat ik in mijn bezit heb, is een uitgave van 1534 ‘Gheprint Thantwerpen in die Cammersstrate in den gulden Eenhoren - By my Willem Vorsterman. Voleyndt int Jaer nae die gheboette Christi ons Saligmakers. M. CCCCC. ende XXXIIII. Den lesten dach van Januario!’
De eerste uitgave van deze bijbel dateert van 1528, en bevat het Oude zowel als het Nieuwe Testament. Bijbels in de volkstaal drukken en uitgeven was in die tijd een riskante onderneming. In 1526 verscheen een Nederlandse bijbel, waarvan de vertaling gebaseerd was op die van Luther. Deze bijbel die grote populariteit genoot onder de aanhangers van de nieuwe leer, kon in de ogen van de Moederkerk geen genade vinden, evenmin als zijn Antwerpse drukker en uitgever Jacob van Liesveldt. Van Liesveldt heeft er met zijn leven voor moeten boeten. Vorsterman, als goed katholiek, liet de tekst van de Liesveldt-Bijbel ‘corrigeren’ en van ‘ketterijen’ ontdoen. Hijzelf is de dans ontsprongen, maar ook zijn bijbel werd al snel door de Moederkerk verboden.
Het exemplaar dat ik heb is niet geheel gaaf. Dat is in het algemeen gesproken jammer, maar kan in dit geval gelukkig worden genoemd. In de rug bevond zich namelijk maculatuur die zich zonder het boek te beschadigen makkelijk liet verwijderen. Ik kon Jan Veering dan ook een drie-tal perkamentstroken laten zien met Oudnederlands handschrift. Wij hebben geprobeerd de teksten te ontcijferen, wat ten dele gelukt is. Hij zou er te gelegener tijd zeker aandacht aan besteden in Onze Taal. Hij heeft die gelegenheid niet meer gehad.
Op een van de stroken komen enkele regels voor die deel uitmaken van een gebed dat ook vandaag nog bekend is. Ik wil ze ter nagedachtenis aan Jan Veering hier afdrukken. Com hilghe geyst vorvulle
de herten der ghoner de in
dy ghetruwelykē ghelovē
un̄ untfenghe in em dat vu'
dyner leyfdē...
P.H.M.J. van Caldenborgh |
|