Dr. Jan Veering †
Op donderdag 3 februari 1977 overleed te Delft op 55-jarige leeftijd onze redacteur dr. Jan Veering. Hij is bijna vijfentwintig jaar directeur geweest van het Genootschap Onze Taal en tevens redacteur van ons maandblad. Hij was ook organisator van de tweejaarlijkse congressen van ons Genootschap, en heeft hier vaak als spreker aan deelgenomen.
Jan Veering werd op 19 november 1921 in Haarlem geboren. Zijn middelbare opleiding, gymnasium ±, volgde hij aan het College Hageveld te Heemstede. Daarna studeerde hij Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, en deed in 1949 doctoraalexamen Nederlandse taal en letterkunde. Hij begon zijn loopbaan als leraar Nederlands aan de Tijmsma-H.B.S in Den Haag, en was sedert 1955 gedeeltelijk, en sedert 1958 voltijds als Neerlandicus verbonden aan de T.H. te Delft, waar hij in 1972 lector toegepaste taalkunde werd. Het laatste anderhalf jaar was hij dekaan van de Onderafdeling der Wijsbegeerte en der Maatschappijwetenschappen aan dezelfde T.H.
Veering was ook buiten de T.H-Delft op verschillende terreinen werkzaam. Hij was lid van verschillende normalisatiecommissies van het N.N.I, voorzitter van de commissie Bedrijfsterminologie, en secretaris van de departementale commissie ter Bevordering van goed Taalgebruik, hij was lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, bestuurslid van het Instituut Nederlandse Lexicologie, en voorzitter van de Studiekring voor Technische Informatie.
Als docent was hij verbonden aan verschillende instellingen. Zo was hij organisator en docent van de Zomercursussen voor Belgische leraren in het kader van het Belgisch-Nederlands cultureel akkoord, en docent technisch taalgebruik bij het NIRIA. Hij was in 1971 en 1972 gasthoogleraar aan het Department of Humanities, College of Engineering, van de University of Michigan in Ann Arbor, waar hij belast was met het geven van cursussen
in Scientific Writing, en waar hij deel uitmaakte van de onderzoeksgroep Rhetorics. In het recent verleden was hij lid van de Commissie Duidelijke Taal, en van de Commissie Nederlandse Taalunie.
Veering was ook als publicist op verschillende terreinen werkzaam. Naast de redactionele artikelen in Onze Taal schreef hij over modern taalgebruik, onder andere in de Belgische tijdschriften ‘Taalbeheersing in de administratie’ en ‘Nu nog’, en in ‘Intermediair’. Hij schreef in het Liber Amicorum van prof. W.F.J.H. Krul over de Centrale Taalcommissie voor de Techniek, en over het taalgebruik in een rapport in H. de Boer e.a., Schriftelijk rapporteren. Ook was hij redacteur van het tijdschrift ‘Universiteit en Hogeschool’. Belangrijk werk op het gebied van taaljournalistiek verscheen in de verzamelbundel ‘Spelenderwijs Nederlands’, Amsterdam 1959. In zijn proefschrift ‘Mogelijkheden en Moeilijkheden van Taalverzorging’, Delft 1966, beschrijft hij onder meer de historie van het Genootschap Onze Taal en van ons tijdschrift, waarvan hij vanaf februari 1952 redacteur is geweest. Deze aflevering van Onze Taal zou een Jubileumnummer moeten zijn, het is een afscheid geworden.