Het meewerkend voorwerp
Er is over dit stiefkind in onze spraakkunst reeds eerder in O.T. geschreven (door C.A.Z.) met de bedoeling er op te wijzen, dat dit zgn. meewerkende voorwerp lang niet altijd meewerkt, maar vaak eerder meelijdt. Deze geestige vondst zou ik graag op nog een andere manier toepasselijk willen verklaren: steeds veelvuldiger wordt de datief voor een accusatief aangezien en als zodanig be-, of mag men nog zeggen mis-handeld. Het meewerkend voorwerp fungeert dan als een tweede lijdend voorwerp en treedt dan ook, bij omzetting in de lijdende vorm, als onderwerp op.
Wij kennen reeds lang, en erkennen daarmee dus wel als juist: Ik werd verzocht,...; ik werd bevolen... enz. Zelfs wel: Ik werd door het dienstmeisje opengedaan.
Men moet eens aan een aantal mensen vragen, of de uitdrukking ‘Al zijn verwachtingen werd’, of ‘werden de bodem ingeslagen’ moet luiden. Het merendeel kiest waarschijnlijk al voor het laatste door een falend datief-besef en misleid door de veronderstelling dat het onderwerp wel voorop zal staan.
In onze taal zijn echter, evenals in het Frans en het Duits, een groot aantal werkwoorden, die, naast het erkende lijdend voorwerp, nog een tweede object (in het Frans indirect genoemd) nodig hebben. Men wil tenslotte wel weten aan wie iets gevraagd, opgedragen, toegestaan, meegedeeld, gegeven of onthouden wordt. Het is weer het Engels, dat hierbij een afwijkende lijn volgt. Uit een behoefte aan simplificatie? Vormen als ‘I was given, I was allowed’ zijn daar immers volkomen correct. Het lijkt me niet onwaarschijnlijk, dat de devaluatie van het meewerkend voorwerp bij ons onder invloed van het Engelse voorbeeld staat. Zodat ook wij mettertijd zullen zeggen (en schrijven): ik werd toegegestaan en ik werd gegeven.