Uitputtend opsplitsen
Als leerkracht (e) en tijdschriftlezeres is het mij al lang opgevallen, dat het Nederlands na de oorlog ingrijpend is veranderd. Vroeger leerden we, dat de taal door verandering alleen maar beter werd: makkelijker te leren en duidelijker, net als het mensengeslacht door natuurlijke teeltkeus mooier en sterker wordt. Maar zijn die oude theorieën wel waar?
Drie voorbeelden. Wat vroeger splitsen heette, heet nu opsplitsen. Inplaats van volledig zegt men uitputtend. (Niet ‘de Uitputtende Werken van Bertus Aafjes’, maar wel ‘een uitputtend onderzoek’ of ‘een uitputtende opsomming’. Ik dacht dat uitputtend vermoeiend betekende?) En ons land noemt men nu algemeen dit land.
Twee vragen. Ten eerste wat is er door deze vernieuwingen verbeterd, en ten tweede waardoor zijn ze veroorzaakt. Is de zaak afdoende verklaard als men antwoordt: in het Duits zeg je aufteilen en aufspalten en erschöpfend, en in het Engels exhaustive en this country?
Th. van der K., Leiden