Terecht?
In het aprilnummer van Onze Taal stuitte ik op het woord ‘onterecht’, en wel gebruikt in bijvoeglijke zin: ‘Zo'n motief is bijvoorbeeld de onterechte demonstratie van eigen weten...’ (pag. 19, 1ste kolom). Al sinds enige tijd is dit woord bezig binnen te sluipen in de taal, vooral in de kringen van studenten. En het komt mij voor dat dit ten onrechte toegelaten wordt.
Het woord ‘terecht’ heeft bijwoordelijke zin: dit of dat wordt terecht gezegd, uitgesproken, gedaan, maar men kan niet zeggen: een terechte uitspraak, daad.
Tegenover ‘terecht’ staat ‘ten onrechte’ en niet ‘onterecht’, en ook dit is een bijvoeglijke uitdrukking. M.i. is het besef dat ‘terecht’ een samenstelling is, nog levend, en dat komt in de tegenstelling, waarin ‘te’ en ‘recht’ van elkaar gescheiden worden, nog duidelijk uit. Misschien zal ‘onterecht’ eens een wettige plaats in de taal veroveren, hoewel ik dan liever niet in de commissie van ontvangst zou zitten. Maar laten we nu niet nog een stap verder gaan en bij voorbaat al van ‘onterecht’ een bijvoeglijk gebruik gaan maken.
De inhoud van bovengenoemd zinnetje kan heel wel in een ander taalkleed gegoten worden, b.v.: ‘Zo'n motief is bijvoorbeeld het ten onrechte demonstreren van eigen weten...’ of: ‘...de ongewettigde demonstratie...’. Nog iets beter zou zijn: ‘...de ongemotiveerde demonstratie...’, maar dan zou het fraaier wezen aan het begin niet het woord ‘motief’ te gebruiken.
B. Jongeling, Groningen