Uitvinden
In het nummer van Onze Taal van maart 1971 wordt op pag. 15 onder het kopje ‘Uitvinden’ de vinger gelegd op een, volgens de schrijver, verkeerd gebruik van het woord uitvinden in het volgende citaat:
‘Wat is de oorsprong van die gehoorzaamheid? Als dat uitgevonden is, kunnen misschien, op grond daarvan, uitgesproken regels geformuleerd worden.’
De schrijver tekent hierbij aan de ‘je maar zelden zo duidelijk als hier op grond van het zinsverband kunt besluiten dat uitvinden verkeerd gebruikt is. Niet uitvinden (to invent) is bedoeld, maar: uitzoeken, erachter (zien te) komen, ontdekken (to find out).’
Mijn Van Dale (1971) geeft als eerste, eigenlijke betekenis van uitvinden: ‘vinden waar iets of iemand zich bevindt’. Weliswaar staat erachter: ‘in deze zin w.g.’ (= weinig gebruikelijk), maar fout is het gebruik van uitvinden in deze zin toch niet. Als dat zo is, dan is het gebruik van uitvinden in de geciteerde passage evenmin verkeerd.
Mr. J.L. Heldring, Leidschendam.