Ober
mag niet meer van de bazen der pleisterplaatsen. De ‘aanspreektitel van onze medewerkers in de bedieningsbrigade’ is steward geworden. Straks moeilijk voor de spelling: stjoewurt? Met de volgende logica verdedigd: ‘Wij willen hiermede tot uitdrukking brengen dat het moderne gastheerschap hoge eisen stelt aan de leden van de bedieningsbrigade en dat wij er in deze tijd ook zeker op vertrouwen dat u door onze stewards op de juiste wijze wordt aangesproken en geholpen.’ □ Van die deelwoorden nog een bepeinzenswaardig voorbeeld op het formulier van de volkstelling: ‘Hoeveel kinderen heeft zij levend voortgebracht?’ □ Een beetje wijnhandelaar heeft enz. Dat is al oud. Nieuw de inpassing: Elke beetje wijnhandelaar heeft Muscadet. (Parool 10-4) □ Opmerkelijk beroep: parketteur. En: kommunikatietrainer. □ In het Botlekgebied rijdt een wagen rond die met 18 ton blusschuim is gevuld; officiële naam foamtruck. Naam in het Botlekgebied: zeug. □ Als Van Dale een woord geeft, bestaat het; daarover zijn we het eens. Maar wat te doen met gaste? Immers die is - blz. 585 linker kolom - ‘een niet-bestaand woord voor vrouwelijke gast’. □ Nog even wat materiaal voor zien zitten: ‘Dat zie ik wel zitten’ (De Journalist 1-3); ‘Mammaloe zie ik wel zitten.’ (Alg. Dagbl. 31-3); ‘Dat weigerde ik omdat ik het daar absoluut niet zag zitten terwijl ik kon aantonen dat ik werk en onderdak had.’ (VN 15-3). □ Zeldzaam geval (zie O.T. maart, blz 16): het verschil tussen ‘het blijkt dat u bent bedonderd’ en ‘het blijkt dat u bedonderd bent’. □ Is er verschil tussen ‘dagelijks driemaal een eetlepel’ en ‘driemaal dagelijks een
eetlepel’? □ De advertentie betreffende de boerenknecht (bestaan die nog? is er eigenlijk wel een bewijs voor die advertentie?) is al oeroud: ‘hij moet getrouwd zijn en zijn vrouw meemelken’, maar voor wie hem (haar?) niet kent, altijd wel de moeite van een glimlach waard. □ Als u het niet hebt gedaan en u wordt gevraagd ‘hebt u het niet gedaan?’, zegt u dan ja of nee? □ ‘Hijacken’ komt van ‘stick 'em up high, Jack!’ Dat zegt dan de man met de revolver: handenomhoog. □ Dat wetenschapper niet van een werkwoord komt als bakker van bakken, is geen deugdelijk argument om het af te keuren; evenmin is deze constatering genoeg om het te aanvaarden. Verder: eerstegrader (leraren), loongroeper (term uit het salariswezen). □ We blijven moeilijkheden houden met de opmerking (okt. 1970) dat sommige ‘afrikaanse’ woorden die in ons land bekend zijn, niet bestaan. De terugleuter blijkt een soort zwerfwoord te zijn: het wordt al in de Prov. Zeeuwse Courant van 4 febr. 1963 vermeld als een creatie uit Arnemuiden □ Het Handwoordenboek van die Afrikaanse taal (1965) kent prikkelpop (blz. 663) en mooimaakgoed (blz. 553). □ Een plan om een stadhuis ontwerpen is een contaminatie van een plan maken en een stadhuis ontwerpen. □ Geneesheren kennen de vroedvrouwendagboekkaarten. □ Het zoeken naar lange woorden in Van Dale wordt vergemakkelijkt door de uitgave van de ‘Omgekeerde Van Dale’, nl. het Retrograde Woordenboek van de Nederlandse Taal (Antwerpen 1969). Daarin zijn de woorden alfabetisch naar hun laatste letter gerangschikt: een verrassend boek, onontbeerlijk voor allen die de nederlandse woordvorming bestuderen. □ Je kunt nu pas merken hoeveel honderden woorden op -aal rijmen, hoeveel duizenden op -ing, welke woorden
op een -z uitgaan. Er is één woord met 31 letters: wapenstilstandsonderhandelingen, er zijn er 4 met 30, 7 met 29.
De sterkste groep is die van 9 letters, nl. 27152, waarvan 2955 met een s beginnen. En eindelijk nu ook dat éne woord gevonden dat op bliksem rijmt: smiksem.