Leraar
1. In dit geschrift wordt het begrip ‘leraar’ gebruikt voor iedereen die onderwijs geeft: kleuterleidsters, instructeurs, onderwijzers, leraren, hoogleraren en welke andere status-onderscheidingen nog meer in de Nederlandse taal mogen voorkomen. (Dr. W. Meuwese, Onderwijsresearch, Utrecht 1970, blz. 12).
2. In de VON, waarin ieder gelijk is, wordt met speciale benamingen als kleuterleidster en onderwijzer niet gewerkt. Ieder wordt aangeduid als leraar: kleuterlerares, leraar basisonderwijs. (Inlichtingenblad Conferentie Vereniging voor het Onderwijs in het Nederlands, april 1971).
3. Wat echter nog maar weinigen weten, is dat onlangs de term ‘leraar’ een veelzeggende betekenis-uitbreiding heeft ondergaan. Leraar was tot nu toe degene die een bepaald vak doceerde. Dit in tegenstelling tot de leerkrachten die in allerlei vakken lesgeven, de onderwijzers. Onlangs is wettelijk beslist dat allen die verbonden zijn aan het onderwijs tussen kleuterschool en universiteit ‘leraar’ heten. (Weekblad voor leraren bij het VWO en het HAVO, 2 april 1971, blz. 1113).