Zuidmolukker
De schrijfwijze van het Nederlands heeft altijd mijn bijzondere interesse gehad, wat onder meer tot gevolg heeft, dat ik een zo consequent mogelijke schrijfwijze tracht aan te houden. Mijn leidraad hierbij is de spellingswet van 1947 met het daaraan in 1955 toegevoegde Koninklijk Besluit (groene boekje). Deze opvatting wordt ook door onze gezaghebbende dagbladen gevolgd, hoewel het met de consequentie wel eens beroerd gesteld is.
Toen ik echter onlangs uit de ‘NRC’ vernam, dat Ambonezen de Indonesische ambassade hadden bezet, terwijl ‘Het Vaderland’ diezelfde dag melding maakte van agressie der Ambonnezen, viel ik aan twijfels ten prooi omtrent de juiste spelling van dit woord. Het groene boekje gaf geen uitsluitsel, zodat ik Koenen-Endepols, dat op het gebied van de spelling toch vrij algemeen aanvaard en gevolgd wordt, ter hand nam. Ambonnezen geeft dit lexicon. Doch om mij te overtuigen is, met alle respect voor dit woordenboek, meer nodig. Daarom zocht ik welk standpunt de dikke Van Dale inneemt. Tot mijn verbazing trof ik hierin Ambonezen aan. Nog hoger steeg mijn verbouwereerdheid toen bleek dat de kleine Van Dale Ambonnezen als officiële schrijfwijze opgeeft.
Ten einde raad ging ik op zoek naar een spellingregel die op dit woord van toepassing is. In Rijpma-Schuringa vond ik onder het hoofdstuk ‘Andere produktieve afleidingstypen van zelfstandige naamwoorden’ wel woorden als Rome-Romein, Madrid-Madrileen en Moskou-Moskoviet naar de suffixen -ees en -nees in dit verband worden niet vermeld. De Vooys doet dit wel in zijn ‘Nederlandse Spraakkunst’. Hij constateert in het hoofdstuk ‘Mannelijke persoonsnamen’ het gebruik van de suffixen -ees en nees in Chinees, Japannees en Balinees. Misschien mag ik hieruit afleiden Ambon-Ambonnees in analogie met Japan-Japannees.
Toch nog niet tevreden gesteld, stapte ik de volgende morgen een bibliotheek binnen en raadpleegde het WNT. In het supplement vond ik Ambonees.
Toen ik 's avonds in het boekje ‘Opbouw, stijl grammatica en spelling voor de tweede klasse van het vwo en havo’ deel II bladerde viel mijn oog op een opdracht aan de leerlingen, de schrijfwijze van een aantal woorden van buiten te leren. Onder deze woorden bevindt zich Ambonnees.
Sindsdien schrijf ik maar Zuidmolukker.
J.W. Tetterode Ravenstein.