Heisteren
Het woord ‘heisteren’, waarover ‘Onze Taal’ van September het heeft, is mij, als geboren Groninger, natuurlijk heel goed bekend. Mag ik de aandacht vragen voor nog drie andere werkwoorden met verwante beteekenis, die echter ieder weer hun eigen nuance hebben? Zij zijn alle in Groningen gebruikelijk.
‘Douwelen, juchteren, hissebissen’. Zij onderscheiden zich alle drie hierin van ‘heisteren’, dat er tenminste twee personen voor noodig zijn. Men kan op zijn eentje ‘heisteren’; de drie andere bezigheden kan men alleen in gezelschap beoefenen. ‘Douwelen’ en ‘juchteren’ komen beide ongeveer overeen met ‘stoeien’, maar er bestaat tusschen de twee woorden nog een subtiel onderscheid. ‘Douwelen’ is lichtelijk vijandig, ten hoogste plagerig vriendschappelijk. ‘Juchteren’ heeft een erotischen inslag: men juchtert ‘mit de wichter’ (meisjes).
‘Hissebissen’ geschiedt alleen met den mond; het is een zwakke vorm van kijven of bekvechten. In ‘Holland’ heb ik geen dezer drie woorden ooit hooren gebruiken.
Mr. K.