Mocht het...
Een inzender leest in de krant: ‘..., mocht het ooit tot een nieuw wereldconflict komen...’. Hij vindt dit ‘mocht’ hier niet op zijn plaats; ‘mocht’ - oordeelt hij - ‘drukt een wenselijkheid uit en wij wensen stellig geen nieuw wereldconflict. Beter ware het geweest te schrijven: zou het ooit tot een nieuw wereldconflict komen; of: indien het ooit enz.’
Wij gevoelen dit ook zo en hebben daarvan enige keren in ons blad ook blijk gegeven; wij bezigen deze vorm van ‘mogen’ gaarne ter uitdrukking van een wenselijkheid. Als een verzekeringmaatschappij in een polis schrijft: mocht de verzekerde op... niet meer in leven zijn - dan kunnen wij ons niet onttrekken aan de indruk dat het de maatschappij welgevallig zou zijn indien de verzekerde voor de genoemde datum het leven zou eindigen.
Toch zou het niet verantwoord zijn de gewraakte term ‘fout’ te noemen. De toepassing van ‘mogen’ is zeer uitgebreid en die als modaal hulpwerkwoord om het begrip van een optatief uit te drukken, is maar een van de vele. ‘Mogen’ betekende namelijk oudtijds kunnen en ‘mocht’ kon dus gebezigd worden voor: zou het kunnen zijn, zou het gebeuren, neutraal, zonder bijgedachte aan mogelijke wenselijkheid.
Het mag geen kwaad, staat gelijk met het kan geen kwaad. ‘Mogen’ in de zin van: kunnen, in staat zijn, vermogen, vindt men herhaaldelijk in oude geschriften. ‘Ons vianden sijn vele... Sonder u en mogen wij die niet wederstaen.’
‘Mogen’, ter aanduiding van vrijheid, van verlof tot iets, is al oud; ‘Soo verre dat in eenich poinct... partije midts redenen begeerde gereleveert te zijn, sal t'zelve moghen versuecken aen Borgemeester ende Schepenen’ - een optekening uit 1582. Het gebruik als zodanig heeft zich tot op heden gehandhaafd.
Niet tot de dagelijkse taal behoort het gebruik van ‘mogen’ als modaal hulpwerkwoord om het begrip van een mogelijkheid, een potentialis uit te drukken; in zinnen dus waar ‘mogen’ vervangen zou kunnen worden door: wellicht, allicht, misschien, waarschijnlijk. ‘Wie mag hem deze anecdote hebben meegedeeld?’
Daarentegen is veelvuldig de toepassing van mogen met concessieve betekenis: Hij mag dan zo knap zijn als hij wil... enz.
‘Mogen’ in de zin van: van iets houden, beschouwen velen als een ontlening aan het Hoogduits, maar het is wel gebleken dat het gebruik in het Nederduits ouder is dan dat in het Hoogduits.