Dordrecht versus Harderwijk
Mijn vrouw (Harderwijksche) gebruikt vaak woorden en uitdrukkingen, die ik niet ken, als ‘wierig’, beteekent: levendig, blij. Hij keek zoo wierig uit zijn oogen.
‘het begroot mij zoo’, bet.: ik vind het zoo jammer.
‘heisteren’, bet.: onrustig zijn. Zit nu eens rustig kind, je moet niet zoo heisteren.
Anderzijds uitdrukkingen en woorden van mij (Dordtenaar), die zij niet kent:
‘te hei of te fij’, bet.: van het eene uiterste in het andere. Het is met hem te hei of te fij (Dan wil hij dit, dan weer dat).
‘aangewind’ en ‘afgewind’. ‘Aangewind’ naar spreker toe. Ik heb de explosie niet gehoord; het was dan ook afgewind.
‘fornuiskruipertje’, bet.: een zeer kleine volwassene.
‘alewaal’, bet.: (in mijn gevoel voornamelijk) een meisje, dat er raar bijloopt, slordig, onopgemaakt. Het is een echte alewaal.
‘straks’, in vele beteekenissen: 1) in de nabije toekomst (als gebruikelijk) 2) in de niet-nabije toekomst. En straks (over eenige jaren misschien) komen de moeilijkheden. 3) in het nabije verleden. Ik heb het (daar) straks nog gezegd.
Zijn alle deze uitdrukkingen en woorden alleen plaatselijk of ook algemeen bekend?
Le.
Van de ‘Harderwijksche’ uitdrukkingen mogen wij zeggen dat zij in wijden kring bekend zijn. ‘Wierig’ is misschien het minst in gebruik, maar Koenen-Endepols vermeldt het zonder commentaar. ‘Begrooten’ wordt naar wij in het WNT lezen gebezigd met de zaak als onderwerp die men te duur vindt, of die, in ruimeren zin, iemand aan het hart gaat. ‘Begrootelijk’ wordt volgens het WNT alleen gewestelijk gebruikt, b.v. in Noord-Holland. ‘Begrootelijk geld’, dat men betaalt zonder er eigenlijk genot van te hebben.
Van ‘heisteren’ zegt het WNT dat het bekend is in Friesland, Groningen (ook in Oost-Friesland), Gelderland, N.-Holland, Brabant en Vlaanderen; in hoofdzaak met de bet.: in verwarring brengen, ontredderen, en als onz. ww.: drukte, rumoer, rommel, omhaal maken. Waarschijnlijk is dit ww. een afleiding van het grondwoord van ‘haast’ en ‘heftig’.
Het Dordtsche ‘te hei of te fij’ mag ook gerekend worden in algemeen gebruik te zijn, in de bet.: nooit is het goed, iemand is nooit te voldoen. ‘'t Is (met hem, haar) zoo hei, zoo fij’: nu de hoogste lof, straks de sterkste afkeuring. Vrijwel algemeen in gebruik is ook het ‘straks’ in de verschillende toepassingen.
Maar ‘aangewind’ (boven den wind) en ‘afgewind’ (onder den wind), ‘fornuiskruipertje’ en ‘alewaal’, dat schijnen ons uitdrukkingen toe van plaatselijk gebruik.