En weer:
verbindingsklanken in samenstellingen
Een lezer vraagt:
1. |
a. | Waarom spreekt men van snelheidsmeter en dichtheidsmeter, maar van drukmeter en van olietemperatuurmeter? |
b. | Waarom krachtmeting en krachtproef, maar ‘de zwaartekrachtsmetingen van Vening Meinesz’? |
c. | Waarom machtsverheffing en machtsvertoon, maar machthebber? |
|
2. | Is het: drukpuntverloop of drukpuntsverloop - standaard-dichtheidhoogte of standaard-dichtheidshoogte - temperatuurstijging of temperatuursstijging - vermogenkromme of vermogenskromme - vermogenverlies of vermogensverlies - weerstandcoëfficient of weerstandscoëfficient? |
Vraag 1 werd beantwoord door het lid van onzen Raad Mej. Dr. J.H. van Lessen. Zij merkt op:
‘Zelfstandige naamwoorden op -heid hebben, voor zover ik weet, zonder uitzondering een verbindings-s in de compositie; de beide eerste samenstellingen zijn daarmee dus verklaard. Drukmeter vertoont dunkt mij niets bijzonders, en olietemperatuurmeter is voor mijn gevoel een monsterachtige samenstelling, waarvan ik niet graag de maker zou willen zijn.
Wat vraag 1. b. betreft: samenstellingen waarvan het eerste lid wederom een compositum is hebben tussen beide leden graag een s. Het ingewikkelde woord wordt daardoor nl. wat overzichtelijker. Vandaar krachtmeting tegenover zwaartekrachtsmeting.
En tenslotte vraag 1. c. Composita met macht als eerste lid hebben, als ze niet oud zijn, nogal eens een s als verbindingsklank. Machthebber is echter geen samenstelling (hebber is immers geen woord), maar een samenst. afleiding van macht en de stam van hebben met -er. Het kan daarom met de andere woorden niet worden vergeleken.’
Dr. H.E. Buiskool, de adviseur van de C.T.T., merkt ten aanzien van het sub 2 gevraagde op, dat ‘de verbindingsklank, in dezen de s, de grens markeert tussen de beide leden der samenstelling. Hij wordt vooral gebruikt als het eerste lid zelf een samenstelling is of een afleiding met zwaar suffix (-heid, -ling enz.).
Op deze grond hebben alle in vraag 2 genoemde composita een s. Alleen het door vrager genoemde vermogensverlies vormt een apart geval. Ondanks de nieuwe functie der s (nl. die van tussenklank) heeft de s toch voorliefde voor composita waarvan de beide leden tot elkaar in genitiefverhouding staan (draagkrachtscoëfficient = coëfficient der draagkracht, drukpuntsverloop = verloop des drukpunts enz.). En zo is er verschil tussen vermogensverlies (= verlies des vermogens) en vermogenverlies (= verlies aan vermogen). Verg. hiervoor watersnood (= nood (oorspr. = dwang) des waters) en waternood (= nood (behoefte) aan water). Zo kan men ook gezichtsverlies onderscheiden van gezichtverlies (resp.: verlies van het en verlies aan gezicht(svermogen)). (Deze tegenstelling betreft echter, gelijk het gehele gebruik van de s, slechts een tendentie en gaat dus niet altijd op. Men spreekt bv. in beide betekenissen van gewichtsverlies)’.