Taalbederf
Het is voor dengeen die het wel meent met de taal een teleurstelling wanneer hij ziet dat, ondanks alle waarschuwing, velen van ons vasthouden aan het gebruik van on-Nederlandse woorden en uitdrukkingen. Wanneer de krant spreekt van rubberondernemingen die ‘in bedrijf’ gaan, dan wil men ons die uitdrukking als goed Nederlands presenteren, hoewel het niets anders is dan het Duitse ‘in Betrieb’.
Wij hebben voor ons liggen een bespreking van een muziekstuk, van Händel; blijkbaar met zorg geschreven. Toch lezen wij daarin van ‘typisch Haendelse kenmerken’; van passages, waarvan de schoonheid en de betekenis bij de eerste maal ‘beluisteren’ zonder voorafgaande toelichting aan de aandacht zou ontsnappen. Het spreekt van hoofdthema en ‘neven’ motief; over het ‘toonbereik’ van solisten. En dan maar weer dat ‘beluisteren’: ‘... een graag gezongen, maar ook graag beluisterd duet’.
Het is goed, de schoonheden der muziek tot ons te brengen, maar wat nut heeft het ons tegelijkertijd wat van even grote, zo niet van groter waarde is te ontnemen?