De uitspraak van -tie
Het schijnt dat de voorkeur toch wel uitgaat naar de uitspraak waarin een (lichte) t gehoord wordt. Een groep in Den Haag, 42 man sterk, acht -sie voor de beschaafde omgangstaal de juiste uitspraak, maar een groep van 120 te Amsterdam neigt tot de uitspraak ‘-tsie’, behalve dan na p, in b.v. consumptie, receptie enz. Een andere groep in de hoofdstad, met 135 deelnemers, heeft 90 personen ondervraagd; 76 waren voor de uitspraak ‘-tsie’, en 14 voor ‘-sie’.
Wat de ‘franse’ uitspraak betreft, oordelen enige leden dat in die taal b.v. bij ‘democratie’, toch ook thans nog een, zij het zwakke, t gehoord wordt; de uitspraak is stellig anders dan wanneer het woord als ‘democracie’ zou geschreven worden.
‘Zou’, vraagt men, ‘de uitspraak “-sie” onder invloed van het Engelsch kunnen zijn ontstaan?’
Ten slotte nog enige brieven van leden die hun oordeel over de in geding zijnde kwestie geven.
Inderdaad, wij ouderen zijn gewoon de uitspraak democraatsie en aristocraatsie voor beschaafd te houden; de man uit het volk zegt aristokrasie. Democrasie en aristocrasie zou mij helemaal niet hinderen, wanneer de klemtoon maar op de laatste lettergreep blijft vallen. Voor de Duitsche uitspraak dezer twee woorden, waarbij de t als een t gezegd wordt, zou ik echter niets voelen. Moeilijk wordt de zaak pas, zooals reeds opgemerkt, bij consequentie, competitie, compositie, politie enz. Maar, deze woorden hebben ook in het Ned. een anderen klemtoon dan democratie enz. Is het niet de klemtoon welke in dit geval beslist?
***
Gevolg gevende aan Uw uitnodiging omtrent de uitspraak -tsie of -sie geeft ik U hierbij mijn - wellicht zeer subjectieve - mening. Op de H.B.S., ongeveer 23 jaar geleden, leerde ik -‘tsie’. Ik woonde in een omgeving, waar zeer correct Nederlands wordt gesproken, men grotestadsaffectatie schuwt en belachelijk maakt en het plaatselijk dialect zover van het beschaafde Ned. afstaat, dat vermenging onmogelijk is. Inbreuk op het beschaafd Ned. wordt er onmiddellijk als zodanig gebrandmerkt. In deze omgeving is ‘-sie’ aanstellerij of een bewijs, dat men niet weet hoe het hoort. En ik herinner mij deze gevoelsreactie overduidelijk toen ter tijd bij een voorstelling van ‘Een Huwelijk onder Lodewijk de XVde’, gegeven door Ed. Verkade in het ‘Gebouw’ in den Haag. Sierlijke décors, prachtige costumes, een voorstelling geheel in stijl met alle gratie van Enny Vrede. Op een gegeven ogenblik komt Cor Ruys alleen op het toneel en houdt op pathetische toon een lange oratie. Ik weet niets meer van de inhoud, doch zijn met veel nadruk uitgesproken: ‘de tegenwoordige generasie....’ klinkt nog in mijn oren alsof het gisteren gezegd was en ik voelde het als een vlek in een op en top verfijnde spheer. Het was voor mij de taal van een rasechte Amsterdammer.
***
De kwestie ‘-sie’ of ‘-tsie’ is geloof ik niet eenvoudig. In het algemeen zijn deze woorden naar ik meen wel via het Frans tot ons gekomen, en zou dus ‘-sie’ goed zijn. Ik meen dat deze uitspraak in de beide Hollanden dan ook de beschaafdste is. In Saksische en Friese streken zegt daarentegen iedereen ‘-tsie’, beneden de Moerdijk iedereen ‘-sie’. Mij persoonlijk klinkt ‘-tsie’ zeer plat in de oren, maar ik ben ook van beneden de Moerdijk. Een beroep op het Latijn lijkt me zwak; wij weten niet hoe men het Latijn uitsprak en wie zegt dat ook in ons land de geijkte ts-uitspraak altijd in zwang is geweest.
Alles bij elkaar genomen geloof ik dat ‘-sie’ de voorkeur verdient.
***
En nu het oordeel van een groep van 100:
Gaarne hebben wij voldaan aan het in Uw schrijven van Maart gedane verzoek om U in kennis te stellen met de opinie van de lezers van Onze Taal te onzen kantore, betreffende de in het Maartnummer van Uw maandblad aan de orde gestelde vraag, of de uitgang van woorden als democratie moet worden uitgesproken als tsie dan wel als sie.
Op grond van de gehouden enquête kunnen wij zeggen, dat - behoudens die van één twijfelaar - de algemene opinie is, dat de bedoelde uitgang als tsie moet worden uitgesproken.
Voor zover bij deze meningsuitingen commentaar werd geleverd, blijkt daaruit dat men de neiging om in het bedoelde geval van sie te spreken aan-