| |
| |
| |
Aankondigingen en mededelingen
Anna Maria van Schurman
Anna Maria van Schurman is Nederlands geleerde vrouw bij uitstek. Hoewel ze daarvan vreemd zou hebben opgekeken, is haar naam verbonden aan het Utrechtse centrum voor vrouwenstudies. Maar wie zich in de zeventiende eeuw wilde afficheren als geleerd, schreef in het Latijn en Anna Maria vormt op die regel geen uitzondering. Vandaar dat haar naam bekender is dan haar werk. Er zullen thans niet veel lezers bestaan van haar Opuscula Hebraea, Graeca, Latina, Gallica terwijl dat boek in haar eigen tijd verscheidene herdrukken heeft gekend. En zelfs haar beschouwing over de vraag of vrouwen kunnen studeren, is in het Latijn gesteld zodat haar sexegenoten geen kennis hebben kunnen nemen van haar positieve antwoord.
Toch heeft Anna Maria ook in het Nederlands gedichten geschreven, maar die zijn gedeeltelijk alleen in handschrift bewaard gebleven en voor een ander deel alleen gepubliceerd in boeken van anderen waar haar teksten dan bijvoorbeeld als lofdicht in fungeerden.
Pieta van Beek heeft nu de Nederlandse gedichten bijeengebracht en uitgegeven onder de titel Verbastert Christendom; daarmee is dan tegelijk duidelijk gemaakt dat het om religieuze poëzie gaat. Geen wonder, Van Schurman hoorde thuis in de kring van de Nadere Reformatie en ze schreef onder andere met het doel om de gemeente van Christus die volgens haar van het rechte pad was geraakt, weer in het goede spoor te brengen. Uitgebreide aantekeningen maken de teksten toegankelijk ook voor hen die niet thuis zijn in de tale Kanaäns. In een bijlage zijn ook nog de zeven bekende Nederlandse brieven van Van Schurman opgenomen.
Een inleiding geeft een beknopt overzicht van leven en werk van de beroemde vrouw alsmede een beschouwing over de plaats van haar werk in de Nederlandse letterkunde van haar tijd. Mevrouw van Beek maakt hierin interessante opmerkingen over het eigensoortig karakter van Van Schurmans Nederlandse poëzie. De Latijnse gedichten zouden vruchten van haar geest, de Nederlandse vruchten van haar hart zijn. Daarmee zou corresponderen dat de Nederlandse gedichten voor een beperkte vriendenkring, de Latijnse voor de hele Respublica litteraria bedoeld waren. Tentatief wordt die gedachte verbonden aan het gegeven dat de Nederlandstalige gedichten op een enkele uitzondering na geen mythologische namen bevatten, terwijl de anderstalige teksten wemelen van klassieke verwijzingen.
Het boek is uitgegeven in de serie Christelijk erfgoed bij Den Hertog B.V. te Houten; het telt 168 pp. en is met 16 afbeeldingen geïllustreerd met als mooiste het in kleur gereproduceerde zelfportret in pastel dat de omslag siert. De prijs is f22,75.
M.A.S.-v.d.D.
| |
Een ‘trouwe vermaning’
In 1585 had Marnix van Sint Aldegonde, burgemeester van Antwerpen, die stad moeten overgeven aan de Spaanse veldheer Parma. Een beslissend moment voor de geschiedenis der Nederlanden. De Hervormden werden voor de keuze gesteld:
| |
| |
terugkeren tot de moederkerk of uitwijken. Er is inderdaad toen een grote emigratiebeweging tot stand gebracht die het Noorden verrijkt, het Zuiden verarmd heeft. De burgers van Antwerpen kregen vier jaar de tijd hun keuze te maken. In 1589 moest dus de beslissing gevallen zijn. Juist in dat jaar verscheen van de vroegere burgemeester, die vanwege de overgave ambteloos en met gevlekt blazoen op zijn buiten Souburg in Zeeland verbleef, een Trouwe vermaning waarin hij de hervormde gemeenten in de Zuidelijke gewesten troost en bemoediging bood. Het praktische kerndeel van het betoog bevat een advies hoe nu te handelen. Marnix waarschuwt er ten zeerste voor niet in de ‘poel van afgoderijen’ te blijven wonen, ook als dat zware materiële offers met zich mee zou brengen. Wie ondanks het gegeven advies toch meent niet te kunnen vertrekken, moet sterk blijven in de vervolging die dan stellig zal losbarsten. Tenslotte richt Marnix zich dan ook nog tot degenen die de overstap naar het Noorden al gemaakt hebben. Aan hen wordt voorgehouden dat er op de levensheiliging in de hervormde gemeenten die in vrijheid mogen bestaan, helaas zeer veel aan te merken is en dat zij, door zo te handelen, Gods straffende hand ook over zich afroepen.
P. Schot heeft voor een moderne hertaling van de Trouwe vermaning gezorgd. In een inleiding plaatst hij het betoog in de historische context, bespreekt het als specimen van consolatieliteratuur waarbij hij het vergelijkt met Lipsius' De constantia, en geeft er de bijbelse bronnen van aan. In het bijzonder blijkt de eerste brief van Petrus voor Marnix als model gediend te hebben.
Het boek telt 114 blz. en is uitgegeven bij Uitgeverij De Groot Goudriaan te Kampen. Een prijs is niet opgegeven.
M.A.S.-v.d.D.
| |
Linguistics in the Netherlands 1991
In Ntg 68 (1975) blz. 506-7 maakten we voor het eerst melding van het verschijnen van de bundel Linguistics in the Netherlands 1972-1973, toen nog uitgegeven door Van Gorcum. Sindsdien zijn de bundels onder deze naam blijven verschijnen, waarbij soms twee of meer jaren per band werden bestreken. De bijdragen, afkomstig van de jaarlijkse congressen van de Algemene Vereniging voor Taalwetenschap, bekend geworden als de TIN-dagen (Taalkunde in Nederland), verschijnen normaliter in het Engels, ze worden geredigeerd door verschillende editeurs en ook de uitgeverij is nogal eens veranderd. Zo vinden we na Van Gorcum de Peter de Ridder Press, Foris, North-Holland Publishing Company, weer opnieuw Foris en nu voor het eerst John Benjamins Publishing Company. Een veelbewogen geschiedenis dus en men kan alleen maar waardering hebben voor het doorzettingsvermogen waarmee de AVT erin slaagt de uitgave van de LIN-bundels te continueren.
De editeurs van Linguistics in the Netherlands 1991 zijn deze keer Frank Drijkoningen en Ans van Kemenade. De bijdragen die in enigerlei vorm met de neerlandistiek van doen hebben sommen we hier op: Ronny Boogaart, ‘Progressive Aspect in Dutch’; Marja Clement, ‘Present-Preterite: Tense and Narrative Point of View’; Leonie Cornips, ‘Possessive Objects Constructions in Heerlens’, Petra Hendriks, ‘The Coordination-like Structure of Comparatives’; Vincent van Heuven & Annelies Hoos, ‘Hiatus Deletion, Phonoligical Rule or Phonetic Coarticu- | |
| |
lation?’; Willy Jongenburger & Vincent van Heuven, ‘The Distribution of (Word Initial) Glottal Stop in Dutch’; Ron van Zonneveld, ‘The Syntax of Gapping’.
Linguistics in the Netherlands 1991 is, zoals gezegd, uitgegeven bij John Benjamins in Amsterdam; het nummer is ISBN 90 272 3151 6; de prijs is f55, -.
M.C.v.d.T.
| |
Aan het woord
Sinds ruim twee jaren is een reeks publikaties op taalkundig gebied op gang gekomen onder de naam ‘Aan het woord’. Het betreft hier publikaties tot bevordering van de lexicografie, filologie en dialectgeografie in het Nederlandse taalgebied. De redactie wordt gevormd door A.M.F.J. Moerdijk, W.J.J. Pijnenburg, P.G.J. van Sterkenburg en de ondertekenaar van deze aankondiging. Tot nu toe zijn bij de SDU-uitgeverij zes delen in deze reeks verschenen, te weten:
1. | P.G.J. van Sterkenburg, Taal van het Journaal. Een momentopname van hedendaags Nederlands, 1989. |
2. | Traditie en Progressie. Handelingen van het 40ste Nederlands Filologencongres, 1990. |
3. | Honderd jaar etymologisch woordenboek van het Nederlands. Een verzameling artikelen over etymologen en etymologie, onder redactie van A.M.F.J. Moerdijk, W.J.J. Pijnenburg en P.G.J. van Sterkenburg, 1990. |
4. | J. de Caluwe, Nederlandse nominale composita in functionalistisch perspectief, 1991. |
5. | A. Weijnen, Vergelijkende klankleer van de Nederlandse dialecten, 1991. |
6. | M.C. van den Toorn, Wij melden u den nieuwen tijd. Een beschouwing van het woordgebruik van de Nederlandse nationaal-socialisten, 1991. |
Uit de diversiteit van de hier genoemde titels blijkt wel dat de opzet van de reeks een ruime interpretatie toelaat. Dat blijkt ten overvloede nog uit de inmiddels in gang gezette produktie van het zevende deel in de reeks, dat de morfologie tot onderwerp heeft. Men zie daarvoor de hieronder volgende aankondiging.
M.C.v.d.T.
| |
Morfologisch handboek
Als zevende deel in de reeks ‘Aan het woord’ is voorzien het omvangrijke werk Morfologisch handboek van het Nederlands. Een studie over de verschillende vormen van woordinformatie. De auteurs zijn Wim de Haas en Mieke Trommelen, die als lichtend voorbeeld het imposante werk van Marchand, The Categories and Types of Present-Day English Word-Formation uit 1969 voor ogen hebben gehad. Een dergelijk boek ontbrak tot nu toe voor het Nederlands. De bedoeling is dat het Morfologisch handboek een naslagwerk (en studiewerk) gaat vormen voor taalkundigen, taalkundig geschoolde docenten en taalkunde-studenten.
Het werk is een vrucht van een project dat onder auspiciën van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie te Leiden uitgevoerd werd. De feitelijke werkzaamheden hebben een aanvang genomen per 1 januari 1986. Vanaf deze datum tot 1 april 1987 heeft mevr. dr. M.T.G. Trommelen de delen over nominaliserende en verbaliserende suffigering verzorgd. Na een korte onderbreking zijn de delen over
| |
| |
prefigering, samenkoppeling, adjectiverende suffigering, adverbiale suffigering en samenstelling, alsmede de introductie vanaf 1 april 1988 geschreven door dr. W.G. de Haas, terwijl mevr. Trommelen als ‘supervisor’ en kritische begeleider betrokken is gebleven bij de voltooiing van het werk.
Van het allereerste begin af is een vaste begeleidings- en leescommissie betrokken geweest bij de totstandkoming en voortgang van het boek. Deze commissie stond onder voorzitterschap van prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg en bestond uit prof. dr. G.E. Booij, prof. dr. A. Sassen, prof. dr. H. Schultink, prof. dr. J. Taeldeman en de ondertekenaar van deze aankondiging. De leden van deze commissie hebben één of meerdere voorlopige versies van onderdelen van het Morfologisch handboek van kritische op- en aanmerkingen voorzien.
Het werk zal een zo compleet mogelijk samenvattend overzicht bevatten van de Nederlandse woordvorming. Door de index en de uitvoerige bibliografie zal de bruikbaarheid van dit handboek in belangrijke mate verhoogd worden.
M.C.v.d.T.
| |
Trajecta
Voor neerlandici die zich bewegen op het gebied van de literatuurhistorie en/of het bredere terrein van de cultuurgeschiedenis is het nuttig te weten, dat het Archief voor de geschiedenis van de katholieke kerk in Nederland met ingang van 1992 is voortgezet als Trajecta; tijdschrift voor de geschiedenis van het katholiek leven in de Nederlanden. Als bekend was het Archief zelf weer een samenvoeging van de tijdschriften Haarlemse bijdragen en het Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht, terwijl het in 1972 in feite ook de opvolger werd van de Bossche bijdragen.
De Belgisch-Nederlandse redactie schrijft op p. 1 van het nieuwe tijdschrift: ‘In het perspectief van een Europese toekomst willen (kerk)historici uit de Nederlanden een antwoord geven op de uitdaging van nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied. Doelbewust hebben zij gekozen voor een gezamenlijk aanpak, die moet leiden tot een versterking en vernieuwing van de beoefening van de kerkgeschiedenis in de Nederlanden, over de grenzen heen van kerk en staat.’ De naam Trajecta herinnert aan de oude bisschopssteden Maastricht en Utrecht, van waaruit het christendom zijn weg vond over de Nederlanden, maar duidt ook de eigen trajecten aan die in Noord en Zuid zijn afgelegd, en is bovendien een program voor de toekomst: ‘Trajecta wil een ‘brug’ of ‘doorwaadbare plaats’ zijn, een forum voor communicatie, met een gemeenschappelijke taal als voertuig.’ Wat de ondertitel betreft: ‘katholiek leven’ omvat aanzienlijk meer dan de kerk als instituut; en de aanduiding ‘de Nederlanden’ verwijst naar de historische banden, maar ook ‘spreekt er de opvatting uit dat in de toekomst de eenheid van het taalgebied in het Europa-zonder-grenzen om deze verbreding vraagt.’ Per jaargang streeft men naar een zekere thematische samenhang. In de eerste jaargang bij voorbeeld staat centraal ‘de betekenis van het katholicisme in de Nederlanden voor Europa’. Verder zijn er de rubrieken ‘Nieuwe publikaties: recensies en signalementen’ en ‘Kroniek’.
Ter illustratie: in aflevering 1 vindt de lezer(es) onder andere een artikel over ‘De betekenis van de Nederlandse en vooral Brabantse mystiek voor de Europese
| |
| |
spiritualiteit’ van de hand van Frank Willaert, M.M. Kors en H. Vekeman, een bijdrage van A.G. Weiler over ‘De betekenis van de Moderne Devotie voor de Europese cultuur’, en een kleine twintig recensies en boekaankondigingen.
Het tijdschrift verschijnt vier keer per jaar. Een abonnement kost 1000 Bfr. of f55, -. Administratie-adres: Trajecta, Postbus 9100, NL - 6500 HA Nijmegen.
A.M.J. van Buuren
| |
Register op Dokumentaal
Begin 1992 is verschenen het register op de jaargangen 11 (1982) tot en met 20 (1991) van Dokumentaal, informatie- en communicatiebulletin voor neerlandici, samengesteld door G.E. Dekker. Niet alleen het feit dat dit register zo korte tijd na het verstrijken van de twintigste jaargang kant en klaar op tafel ligt verdient lof, ook de vorm waarvoor gekozen is en de uitvoerigheid mag voorbeeldig heten.
Particulieren die niet geabonneerd zijn op Dokumentaal, maar wel de beschikking willen hebben over het register, betalen f25, - of Bfr. 470. Nieuwe particuliere abonnees betalen voor een abonnement f22,50 of Bfr. 420. Bestellen zij ook het register, dan krijgen zij korting op de prijs daarvan: f12,50 of Bfr. 235.
Opgave voor een abonnement op het tijdschrift en/of bestelling van het register bij: Administratie Dokumentaal, Pieter de Hooghlaan 67, 1213 BS Hilversum. Men kan ook bestellen door het verschuldigde bedrag over te maken op postgirorekening 26.12.579 ten name van Dokumentaal te Hilversum of op postrekening Brussel 000.0425695.59 ten name van W.A. Hendriks in Hilversum.
A.M.J. van Buuren
| |
Een pacxken van minne: compact disc met Middelnederlandse lyriek
Eind 1992 verschijnt een CD met o.m. liederen uit het Gruuthusehandschrift, het Antwerps liedboek, de codex van Jerome Lauweryn van Watervliet en (primeur!) twee liederen van Hadewijch. Het geheel wordt uitgevoerd door Camerata Trajectina (o.l.v. Louis Grijp), en beleefde een succesvolle première tijdens het Holland Festival voor Oude Muziek te Utrecht op 4 september 1991. Het programma was een uitvloeisel van een interdisciplinaire themagroep over Middelnederlandse lyriek die onderdeel uitmaakte van het Leidse Pionier-project NLCM.
Op de CD ‘Een pacxken van minne’ kan tot 1 november 1992 worden ingetekend door f39,50 (inclusief verzendkosten) over te maken op giro 344683 t.n.v. Sticht. Nederl. literatuur en cultuur id middeleeuwen, postbus 9515, 2300 RA Leiden (onder vermelding van ‘Compact disc’). De CD wordt u dan direct na verschijnen franco toegestuurd. De winkelprijs zal f50, - bedragen.
Dieuwke E. van der Poel
| |
Albert Verwey in Finland
In het boekje De forellenvisscher zijn brieven en andere documenten bijeengebracht rond de vakantiereis die Albert Verwey met zijn vrouw maakte in de zomer van 1909 naar het Finse Esbo. Zij logeerden bij het bevriende echtpaar Cedercreutz. De titel van de uitgave is ontleend aan een gedicht van Verwey, gemaakt
| |
| |
naar aanleiding van een paar dagen vissen op forel, samen met zijn gastheer.
Met zijn literatuur heeft een en ander weinig te maken, of het moet de correspondentie zijn rond Verweys troetelkind, het tijdschrift De beweging, dat hij tijdelijk overdraagt aan zijn beschermeling Alex Gutteling. Verwey geeft voor vertrek per brief uitgebreide instructies en de plaatsvervangend hoofdredacteur houdt hem gedurende de Finse reis per brief gedetailleerd op de hoogte.
De overige brieven zijn van en aan familie en kennissen, en bevatten de voorspelbare ditjes en datjes. Het geheel vormt aardige lectuur, wordt uitvoerig toegelicht via inleiding, notenapparaat en bibliografie, en de uiterlijke verzorging is meer dan fraai. Dat alles als 56e, extra dik deeltje van de Slibreeks, waarin werk van gevestigde en beginnende auteurs en beeldend kunstenaars wordt uitgegeven. Men kan zich abonneren op de reeks voor f36, - per zes deeltjes (inlichtingen: Stichting Kunstuitleen Zeeland, Kuiperspoort 22, 4331 GS Middelburg).
De forellenvisscher. Brieven van de Finse reis van Albert Verwey. Uitgezocht, zo nodig vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Charlie Marie Boelhouwer. Middelburg, 1992, telt 131 pagina's. Ook afzonderlijk in de boekhandel verkrijgbaar voor de prijs van f15, -.
C.B.F. Singeling
| |
Brekende spiegels
Tijdens de academiejaren 1989-90 verzorgden medewerkers van de afdeling Nederlandse literatuur en volkskunde van de K.U. Leuven twaalf lezingen over beeldveranderingen in de Nederlandse literatuur. Hun bedoeling was een breed publiek te laten zien hoe literaire werken steeds anders weerspiegeld worden in de literatuurgeschiedenis. In de bundel Brekende spiegels; beeldveranderingen in de Nederlandse literatuur hebben Dirk de Geest en Marc van Vaeck de teksten van de lezingen bijeengebracht. Het is een gevarieerd en prettig leesbaar boek geworden, niet in het minst vanwege de functionele illustraties en het geringe aantal voetnoten. Alle bijdragen zijn voorzien van een bibliografie met de belangrijkste achtergrondliteratuur.
De inhoudsopgave vermeldt de volgende auteurs en titels van bijdragen: N. de Paepe, ‘Hadewych. Beluisterd, ontluisterd, onbreekbaar schoon geheim’; R. van Daele, ‘Van den Vos Reynaerde. De vos die je ziet ben je zelf’; K. Porteman, ‘Zeventiende-eeuwse dichters in last. “Op enen berg zo veer van huis”’; M. van Vaeck, ‘Bredero's liedboek. “De Tijdt, die niet en rust, verandert alle dinghen”’; M. de Smedt, ‘J.F. Willems en F.A. Snellaert. Van Oude perkamenten en wormstekige boeken’; P. Couttenier, ‘Guido Gezelle. Wisselende beelden van een dichter’; M. Janssens, ‘Strijn Streuvels. Het is zo stil op de vlasakkers’; E. Spinoy, ‘Paul van Ostaijen. De derde reus’; L. Missine, ‘Gerard Walschap. Een schrijver voor lezers’; D. de Geest, ‘Hugo Claus. De zanger is zijn lied’; H. Brems, ‘Hedendaagse poëzie. De dichter is een tekstverwerker’; S. Top, ‘Traditionele en moderne volksverhalen. Er was eens... er is nog meer’.
De bundel telt 232 blz.; de uitgever is Peeters Press, Bondgenotenlaan 153, B-3000 Leuven; de prijs bedraagt BF 780, -; ISBN 90 6831 404 1.
Marijke Meijer Drees
| |
| |
| |
R.J. Dam contra H.J. Pos
In januari 1932 diende Dr. R.J. Dam (1896-1945), classicus te Kampen, bij Curatoren van de Vrije Universiteit te Amsterdam een bezwaarschrift in tegen Dr. H.J. Pos (1898-1955), die vanaf 1924 aan die universiteit verbonden was als hoogleraar postklassiek Latijn en Grieks, algemene taalwetenschap en encyclopedie van de filologie. In zijn stuk betoogde Dam dat de algemeen-wijsgerige en in het bijzonder taalfilosofische opvattingen en methoden van Pos niet strookten met de calvinistische beginselen zoals die naar zijn mening aan de Vrije Universiteit dienden te worden uitgedragen.
Een aantal jaren daarvoor was Pos door Dam, een oud-studiegenoot van hem, gevraagd als promotor. Zijn dissertatie die door Pos ten slotte werd afgewezen, behandelde thema's die in het bezwaarschrift terugkeren. Ook Dams latere artikelen tegen spellingvereenvoudiging kunnen ermee in verband gebracht worden. Dams bezwaarschrift is volledig afgedrukt in: J. Noordegraaf, Theorie en beginsel. R.J. Dam en zijn controverse met H.J. Pos. (Cahiers van Taalkunde 4). Stichting Neerlandistiek VU, Amsterdam 1991.
De prijs van dit 45 pagina's tellende cahier (ISBN 90-72365-22-4) bedraagt f10, - (excl. verzendkosten); het kan besteld worden bij de Stichting Neerlandistiek VU, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam.
Marijke Meijer Drees
| |
Rijklof Michaël van Goensprijs 1992
Met de tweejaarlijkse R.M. van Goensprijs wordt een wetenschappelijk artikel bekroond op het gebied van de Nederlandse letterkunde, geschreven door een student of recent afgestudeerde neerlandicus. De prijs is in het bijzonder bedoeld om te stimuleren dat goede scripties worden bewerkt tot wetenschappelijke publikaties.
De Commissie voor opdrachten op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandse letterkunde heeft voor 1992 de prijs toegekend aan drs. Johan Koppenol te Leiden voor zijn artikel ‘In mate volget mi: Jan van Hout als voorman van de Renaissance’, verschenen in Spektator 1991. De uitreiking heeft op maandag 15 juni j.l. plaats gevonden.
Marijke Meijer Drees
| |
Nederlandse Letterkunde van de Renaissance en de Barok
Met de steun van het N.F.W.O. wordt in 1992-1993 een programma georganiseerd over Nederlandse letterkunde van de Renaissance en de Barok. Het richt zich tot licentiaten in de Letteren en de Wijsbegeerte of houders van een daarmee gelijkgesteld diploma die zich op grondige wijze wensen vertrouwd te maken met een of meer deelaspecten van de Nederlandse letterkunde van de Renaissance en de Barok in Noord en Zuid.
Overeenkomstig hun curriculum en belangstelling kunnen de deelnemers zich oriënteren op grondige introducties of zich, al dan niet met het oog op wetenschappelijk onderzoek, verder bekwamen in bepaalde sectoren van het vakgebied of hun kennis erover via contextstudies vervolledigen en uitdiepen.
| |
| |
Samenstelling van het programma
A. Tekst
Literatuur van de vroege Renaissance: W. Waterschoot (UG)
Rederijkers: D. Coigneau (UG)
Zeventiende-eeuwse lyriek: K. Porteman (KUL)
Zeventiende-eeuws drama: H. Meeus (UFSIA)
Zeventiende-eeuwse didactisch-moraliserende letterkunde: M. van Vaeck (KUL)
Emblematiek: K. Porteman (KUL)
Zeventiende-eeuwse Zuidnederlandse letterkunde: A. Keersmaekers (UFSIA)
Achttiende-eeuwse literatuur: J. Smeyers (FUSL)
Zeventiende-eeuws Nederlands: G. Geerts (KUL)
B. Context
Neolatijnse letterkunde: J. IJsewijn (KUL)
Inleiding tot de bibliografie (15e tot 17e eeuw): E. Cockx-Indestege (KB)
Teksteditie: M. de Smedt (KUL)
Relaties schilderkunst-literatuur: K. Porteman (KUL)
Antieke cultuur: A. Wouters (KUL)
Cultuur en religie (16e en 17e eeuw): G. Marnef (UFSIA)
Franse literatuur: D. van der Cruysse (UFSIA)
De deelnemers stellen vrij hun programma samen. De inschrijving is kosteloos en de eventuele reiskosten van Belgische deelnemers worden vergoed. Inschrijvingen tot 15 november 1992.
Inlichtingen en inschrijvingen
K. Porteman (KUL) |
W. Waterschoot (UG) |
H. Meeus (UFSIA) |
Blijde-Inkomststraat 21 |
Blandijnberg 2 |
Prinsstraat 13 |
3000 Leuven |
9000 Gent |
2000 Antwerpen |
M. van Vaeck
| |
De Bert van Selm-lezing
De boekhistoricus Bert van Selm († 17 april 1991) was een vakman die op het gebied van zijn specialisme, de boekwetenschap, baanbrekend werk heeft verricht. Zijn Leidse collega's kenden hem als iemand die zich met hart en ziel inzette voor de Vakgroep Nederlands taal- en letterkunde. Voor studenten was hij een inspirerend en kundig docent.
De leden van de Vakgroep Nederlands van de Rijksuniversiteit Leiden hebben zich voorgenomen een jaarlijkse ‘Bert van Selm-lezing’ te organiseren. De invalshoek van deze openbaar toegankelijke lezing is cultuurhistorisch van aard, en dat in de ruimste zin van het woord. Wél zal de lezing altijd iets te maken hebben met boeken of met het leven daaromheen. Sprekers zijn afkomstig uit de Leidse kring of van daarbuiten.
De eerste Bert van Selm-lezing is op 7 september j.l. gehouden door Anton Kor- | |
| |
teweg. De titel van zijn voordracht luidde ‘Voor Mies, van Maarten. Exemplaren met opdracht, een verkenning’.
De uitgave van de Bert van Selm-lezing zal jaarlijks worden verzorgd door uitgeverij De Buitenkant te Amsterdam. Het eerste deel in de serie is op 7 september 1992 verschenen en is leverbaar via de boekhandel. De uitgave kan desgewenst ook schriftelijk worden besteld op onderstaand adres:
Rijksuniversiteit Leiden,
Vakgroep Nederlands,
Commissie Bert van Selm-lezing,
Postbus 9515,
2300 RA Leiden.
Men krijgt het boekje (f14,90) dan zo spoedig mogelijk toegestuurd, vergezeld van een acceptgirokaart waarop ook de portokosten in rekening zijn gebracht.
W. van Anrooij
| |
LOKV Salondag
Op vrijdag 2 oktober 1992 organiseert het Landelijk Ondersteuningsinstituut Kunstzinnige Vorming (LOKV) voor de tweede maal een Salondag over schrijven in kasteel Groeneveld te Baarn. Deze keer staat de Salondag in het teken van literaire genres. Deskundigen zullen via een lezing of een werkgroep hun voorkeuren, ideeën en activiteiten rond een genre toelichten. De salondagen zijn primair bedoeld voor docenten en consulenten op het gebied van de literaire vorming, maar ook andere belangstellenden zijn welkom.
In de openingslezing zal Willem van Toorn (auteur) spreken over zijn fascinatie voor de genres die hij beoefent: poëzie, (korte) verhalen en reisverhalen. Jan Brokken (auteur) zal vertellen over zijn reizen en waarom hij reisverhalen is gaan schrijven. Hans Luijten (universitair medewerker letterkunde) zal met dia's een uiteenzetting geven over liefdesemblemata.
De werkgroepen worden geleid door: Johanna Kruit (auteur) over poëzie, Nirav Christophe (hoorspelschrijver en docent) over toneelschrijven, Jan Boerstoel (tekstschrijver) over liedteksten schrijven. José Franssen (publicist en docent) over dagboekschrijven. Ardi Roelofs/Carla Huisman (publicist en docent) over brieven in de literatuur en Marjolein van Someren (copywriter) over toegepast schrijven. Elke auteur/docent heeft ervaring met het betreffende genre en het lesgeven daarin.
De deelnamekosten bedragen f75, - p.p. Voor meer informatie over deze dag kan men bellen naar het LOKV, tel. 030 - 332328 en vragen naar Ardi Roelofs of Pieter Quelle.
Ardi Roelofs
| |
Een drukker zoekt publiek: Gheraert Leeu te Gouda 1477-1484
Op vrijdag 5 februari 1993 wordt een colloquium gehouden gewijd aan de drukker Gheraert Leeu, die 500 jaar geleden (december 1492) overleed. Het collo- | |
| |
quium vindt plaats in de Agnietenkapel te Gouda, en wordt georganiseerd door de mediëvistenkring van de Vrije Universiteit te Amsterdam en de Oudheidkundige Kring ‘Die Goude’. Centraal staat de betekenis van het werk van Leeu in zijn Goudse periode, en dan met name zijn Nederlandstalig fonds. Bijdragen worden geleverd vanuit diverse disciplines. Er zal een aantal korte voordrachten ten gehore worden gebracht, gevolgd door discussies. Dr. L. Hellinga-Querido geeft een algemene typering van de betekenis van de drukker Leeu. Dr. K. Goudriaan schetst het Hollands publiek dat Leeu zich in zijn Goudse periode allereerst voor ogen zal hebben gesteld. Drs. F.J.H. de Bree behandelt Leeu als drukker van Nederlands verhalende proza, in het bijzonder. Die historie van die seven wijse mannen van Romen en Die gesten of gheschienisse van Romen. Dr. J.J. van Moolenbroek neemt één van Leeu's religieuze bestsellers onder de loupe: Dat liden ende die passie ons Heren Ihesu Christi. Dr. B.A. Rosier bespreekt de houtsneden die Leeu gebruikte om het leven van Jezus te illustreren. Prof. Dr. H. de Ridder-Symoens houdt de slotbeschouwing. Tevens is een bezoek aan de Leeutentoonstelling in het Museum Catharina-Gasthuis te Gouda in het program opgenomen.
De kosten voor deelname aan de studiedag bedragen f15, - Men dient zich aan te melden bij de penn.mr. van Die Goude, Vlietenburg 32, 2804 WT Gouda. Een volledig program van de studiedag wordt dan toegezonden. Voor inlichtingen: K. Goudriaan (VU), tel. 020 - 548 3035.
K. Goudriaan
| |
Elektronische distributielijst voor de neerlandistiek
Veel neerlandici werken met computers (MSDOS, Apple MacIntosh, VAX/VMS, VM/CMS, etc.). Maar ze weten vaak niet dat hun computers via lokale, nationale en internationale computernetwerken aan elkaar zijn gekoppeld. Door die netwerken kunnen ze razendsnel met elkaar communiceren: een elektronisch postbericht (‘electronic mail’ of ‘e-mail’ of ‘e-post’) of een computerbestand is binnen een paar minuten op de plaats van bestemming. Zo snel is Tante Pos - in computerjargon ook wel ironisch aangeduid als ‘snail-mail’, ‘slakke-post’ - natuurlijk niet. Geen wonder dat de computer dankzij de netwerken de laatste jaren is uitgegroeid tot een belangrijk communicatiemiddel.
Wie is aangesloten op (inter)nationale computernetwerken, kan zich onder meer abonneren op zogenaamde ‘distributielijsten’, waarvan er inmiddels duizenden bestaan. Een distributielijst is een centrale postbus in een computernetwerk. Op zo'n lijst staan de namen en computeradressen van mensen die elektronische berichten rondom een bepaald thema - bijvoorbeeld kunsthistorie of archeologie of neerlandistiek - willen verzenden en ontvangen. Elke abonnee kan een bericht naar de distributielijst sturen. Dit bericht wordt doorgesluisd naar alle overige abonnees op de lijst.
Vanaf 1 juni 1992 bestaat er ook een distributielijst voor de neerlandistiek, NEDER-L geheten. Wat moet u zich daar als neerlandicus nu bij voorstellen? U kunt bijvoorbeeld met dringende vragen zitten als: ‘wie is er in bezit van bepaalde Middelnederlandse teksten in computerformaat?’; ‘is er een recente studie over het gebruik van het voornaamwoord “hullie”?’; etc. Ook zult u wel eens neerlan- | |
| |
dici willen attenderen op een interessant congres of symposium, een bundel voor een scheidend hoogleraar, een vacature voor een neerlandicus, etc. Voortaan kunt u die berichten ook naar de distributielijst NEDER-L sturen. De abonnees van NEDER-L ontvangen die berichten dan razendsnel. Hun eventuele reacties (‘replies’) op bepaalde berichten kunnen ze ook weer sturen naar NEDER-L, waardoor alle abonnees op NEDER-L die reacties onder ogen krijgen.
Het moge duidelijk zijn dat de distributielijst NEDER-L staat of valt met de bijdragen van de abonnees. Immers, als er geen bijdragen of vragen naar NEDER-L worden gestuurd, valt er simpelweg niets te distribueren. De berichten die naar NEDER-L worden gestuurd, zouden direct kunnen worden doorgestuurd naar alle abonnees. Om de kwaliteit van de lijst enigszins te waarborgen, heb ik als ‘editor/moderator’ van de distributielijst ervoor gekozen de berichten voor distributie eerst licht-kritisch te beoordelen. Berichten van discriminerende aard, pure reclame-boodschappen, foutboodschappen van listserv-programmatuur, e.d. zullen niet naar NEDER-L-abonnees worden doorgestuurd. Iedereen met een computer die is aangesloten op de internationale computernetwerken EARN/Bitnet in Internet kan zich gratis abonneren op NEDER-L. Veel ‘buitengaatse’ neerlandici in de USA, Australië etc. hebben toegang tot die netwerken, zodat ook zij zich op NEDER-L kunnen abonneren. Hun relatieve isolement wordt hierdoor in belangrijke mate opgeheven! In Nederland zijn lokale netwerken van universiteiten, veel hogescholen en andere instellingen verbonden aan het nationale computernetwerk SURFnet. SURFnet is op zijn beurt weer gekoppeld aan de genoemde internationale netwerken. Medewerkers en studenten van Nederlandse universiteiten en hogescholen hebben hierdoor toegang tot die internationale netwerken en de distributielijsten daarop.
Wie een abonnement (‘subscription’) op NEDER-L wil, moet een e-postbericht naar LISTSERV@NIC.SURFNET.NL sturen. De inhoud van het e-postbericht moet slechts de volgende regel bevatten: SUB NEDER-L Jan Jansen. (Uiteraard verandert u ‘Jan Jansen’ dan wel even in uw eigen naam). Wanneer uw abonnementsaanvraag is verwerkt, kunt u uw e-postberichten voor de NEDER-L-abonnee naar het volgende computeradres sturen: NEDER-L@NIC.SURFNET.NL. Ik zal er als editor van de lijst dan voor zorgen dat uw bericht zo vlug mogelijk wordt verspreid onder de NEDER-L-abonnees. Wie niet langer een gratis NEDER-L-abonnement op prijs stelt en geen berichten via NEDER-L meer wil ontvangen, kan dat abonnement gemakkelijk opzeggen. Een e-postbericht naar LISTSERV@NIC.SURFNET.NL met de tekst is afdoende: UNSUB NEDER-L. Voor UNSUB mag ook SIGNOFF worden ingevuld.
Natuurlijk besef ik dat veel neerlandici nog nooit een e-postbericht hebben verzonden. Voor hen is het intekenen op de NEDER-L-lijst, zoals zoëven omschreven, wellicht problematisch. Geen nood, er is altijd wel een collega of een automatiseerder op uw instelling te vinden die u op pad kan helpen. Daarnaast wil ik neerlandici uit Nederland en België wijzen op de gratis ‘Gids door SURFnet’. Bij problemen op het gebied van computernetwerken biedt deze Gids vaak uitkomst. Dit prettig leesbare, uiterst informatieve boekwerkje over het algemene gebruik van (inter)nationale van computernetwerken (niet alleen distributielijsten) is waarschijnlijk wel verkrijgbaar bij de automatiseringsafdeling of het computercentrum van de instelling waaraan u bent verbonden. Anders kunt u het bestellen
| |
| |
bij SURFnet BV, postbus 19035, 3501 DA Utrecht (tel. 030-3102290). Mocht u er dan nog niet uitkomen, of heeft u andere vragen over NEDER-L, dan kunt u zich tot mij wenden.
Ben Salemans, Editor van NEDER-L. Privé-adres: Weezenhof 6514, 6536 BA Nijmegen. E-postadres: U216013@HNYKUN11.BITNET
| |
Oio-onderzoek ‘Middelnederlandse letterkunde in het middelbaar onderwijs’
In zijn behartigenswaardige artikel ‘Neerlandistiek en moedertaalonderwijs: een nieuw begin?’ (Ntg jaargang 85, nr. 3, mei 1992) poneert A. Braet de stelling dat de neerlandistiek zich meer gelegen zou moeten laten liggen aan het middelbaar onderwijs. Hij bepleit dat alle gevestigde onderzoekers wat tijd vrij maken voor het moedertaalonderwijs en een vooruitgang in de situatie zou volgens hem tot stand kunnen komen wanneer met name jonge onderzoekers (aio's/oio's) de ruimte zouden krijgen zich bezig te houden met een vraagstelling die voortkomt uit problemen van het moedertaalonderwijs. Volgens Braet gebeurt dat op dit moment nog helemaal niet, terwijl er wel mogelijkheden voorhanden zijn.
Nu wil het geval dat bij het ook in Braets artikel genoemde Pionierprogramma ‘Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen’, dat onder leiding staat van prof. dr. F.P. van Oostrom, per 1 april in de persoon van drs. Hubert Slings een onderzoeker-in-opleiding in dienst is, die zijn promotieonderzoek verricht rond het onderwerp ‘Middelnederlandse letterkunde in het middelbaar onderwijs’ - precies het type onderzoek, waarvoor Braet een lans breekt. Misschien is deze aanstelling vooralsnog een druppel op een gloeiende plaat, maar toch: het nieuwe begin is er, althans vanuit de hoek van de Middelnederlandse letterkunde.
Joke Nijhuis (NCLM)
| |
Aanbieding bio-bibliografieën
In verband met het beëindigen van de uitgave van de Mededelingen van de Documentatiedienst - het vanaf 1955 bestaande bio- en bibliografisch kaartsysteem van Nederlandstalige auteurs - in de loop van 1993, biedt het Letterkundig Museum de onderstaande 22 bio-bibliografieën aan. De aanbieding loopt tot 1 januari 1993. Alle prijzen zijn inclusief verzendkosten. De bibliografieën bestaan uit titelbeschrijvingen van alle drukken van alle afzonderlijk verschenen werken, met inbegrip van bibliofiele uitgaven, vertalingen, rijmprenten en partituren. Elke titelbeschrijving is zo volledig mogelijk en bevat ook gegevens over de boekverzorging.
1. |
Achterberg, primaire en secundaire bibliografie tot 1980, biografische gegevens, ca. 59 kaarten |
f29,50 |
2. |
Busken Huet, primaire bibliografie tot 1988 biografische gegevens, ca. 135 kaarten |
f67,50 |
3. |
Van Duinkerken, primaire bibliografie tot 1968, ca. 31 kaarten |
f15,50 |
4. |
Van Eeden, primaire bibliografie tot 1960, biografische gegevens, ca. 17 kaarten |
f8,50 |
5. |
Emants, primaire bibliografie tot 1982, ca. 40 kaarten |
f20,- |
| |
| |
6. |
Erens (Fr.), primaire bibliografie tot 1957, biografische gegevens, ca. 46 kaarten |
f23,- |
7. |
Geel (J.), primaire bibliografie tot 1974, ca. 15 kaarten |
f7,50 |
8. |
Gorter, primaire en secundaire bibliografie tot 1966, ca. 45 kaarten |
f22,50 |
9. |
De Haan, primaire bibliografie tot 1986, ca. 27 kaarten |
f13,50 |
10. |
Hoornik, primaire bibliografie tot 1978, ca. 17 kaarten |
f8,50 |
11. |
Kloos, primaire bibliografie tot 1959, biografische gegevens, ca. 24 kaarten |
f12,- |
12. |
Marsman, primaire en secundaire bibliografie tot 1960, biografische gegevens, ca. 18 kaarten |
f9,- |
13. |
Van Ostaijen, primaire en secundaire bibliografie tot 1976, biografische gegevens, ca. 51 kaarten |
f25,50 |
14. |
Rodenko, primaire bibliografie tot 1975, ca. 34 kaarten |
f17,50 |
15. |
Roland Holst (A.), primaire bibliografie tot 1968, biografische gegevens, ca. 30 kaarten |
f15,- |
16. |
Roland Holst (H.), primaire en secundaire bibliografie tot 1970, ca. 81 kaarten |
f40,50 |
17. |
Van Schendel, primaire en secundaire bibliografie tot 1967, ca. 56 kaarten |
f28,- |
18. |
Slauerhoff, primaire en secundaire bibliografie tot 1986, biografische gegevens, ca. 77 kaarten |
f38,50 |
19. |
Verwey, primaire en secundaire bibliografie tot 1982, ca. 94 kaarten |
f47,- |
20. |
Vestdijk, primaire en secundaire bibliografie tot 1975, biografische gegevens, ca. 114 kaarten |
f57,- |
21. |
Van Vriesland, primaire bibliografie tot 1973, ca. 33 kaarten |
f16,50 |
22. |
Werumeus Buning, primaire bibliografie tot 1972, ca. 84 kaarten |
f42,- |
Bestellingen uitsluitend schriftelijk bij de administratie van het Letterkundig Museum, Postbus 90515, 2509 LM Den Haag. Bij toezending van de kaarten ontvangt u de rekening.
C.C.M. van Wissen
|
|