| |
| |
| |
Uit de tijdschriften
Dietsche warande & Belfort 121 (1976), nr. 3
André Demedts bespreekt Nederlands proza (Theun de Vries, Het zondagsbed; Hélène Nolthenius, Weekend op Waldegg; Adriaan van der Veen, In liefdesnaam), Marcel Janssens Een schrijfboek van Pleysier en Rita Bouckaert-Ghesquiere W.F. Hermans: Onder professoren (‘het verschaft [...] heerlijke uren heimelijk leesgenot’).
| |
Driemaandelijkse bladen 27 (1975), nr. 4
In De buitenste duisternis van een taalbeweging komt H. Entjes terug op een eerder artikel over de Twentse taalbeweging. - Onder de titel Zijn dialecten wat? maakt K. Jongeling enkele kanttekeningen n.a.v. de definitie van ‘Nederlandse dialecten’ van J. Goossens. - H.J. Leloux bespreekt een aantal aspecten van Middeleeuwse recepten uit een laatmiddeleeuws Gelders handschrift.
| |
Etudes germaniques 31 (1976), nr. 1
G. Hermann heeft veel waardering voor Historische Phonologie des Niederländischen van Jan Goossens en A. Van Seggelen bespreekt van Louis Gillet Jan Greshoff, zijn poëzie en poëtiek.
| |
Forum der letteren 17 (1976), nr. 1
P.E. de Josselin de Jong komt met een bespreking van de taalkundige (i.c. taalsociologische) aspecten van Afhankelijkheid, onafhankelijkheid, vrijheid: de taalkundige situatie. - P.G.J. van Sterkenburgs bijdrage heet: Woordarchief en bronnen voor een computergestuurd woordarchief van het hedendaags Nederlands. - E. Kummer en P.F. Schmitz toetsen een aantal roman- en lezerstheorieën aan enige Franse en Nederlandse romans: The rhetoric of fiction van Wayne C. Booth in de praktijk. - L.H. Bouma signaleert Het afnemen van de belangstelling voor de Noorse literatuur in Nederland en geeft daar verklaringen voor.
| |
De gids 139 (1976), nr. 1/2
‘In de laatste jaren herleeft de politieke theorievorming, juist rondom het begrip ‘staat’. Van die opleving is dit Gidsnummer over Staatstheorie een neerslag.’ - Herman Van Gunsteren, die optrad als gastredacteur levert een bijdrage vanuit de analytische filosofie over De staat bij het woord. Verder artikelen van G. van Benthem van den Bergh, Percy B. Lehning, J. ter Heide, A. de Swaan, Grahame Lock, Ton Korver, Meindert Fennema, A.L. Constandse en A. de Froe.
nr. 3
Elmer Schönberger schrijft een artikel Rondom Reinbert de Leeuw.
| |
| |
| |
Levende talen (1976), nr. 316
Deze aflevering is een themanummer gewijd aan de leergang of cursus, waaronder wordt verstaan de ‘software’ die een groep leerlingen en een docent gebruiken om een vreemde taal te leren, resp. te onderwijzen. - Bij de recensies bespreekt M. Klein de bundel Transformationeel-generatieve grammatica in artikelen uitgegeven door H. Hulshof.
| |
Maatstaf 24 (1976), nr. 3
‘Wanneer ik een recensie moest schrijven voor een dagblad zou ik nu zeggen, dat Mulisch' jongste roman op charmante manier een centraal thema van zijn oeuvre brengt’ schrijft J.H. Donner in een recensie van Twee vrouwen voor dit tijdschrift (De draak achter het toneel). - J.P. Guépin vertaalt Thomas Gray's Elegie, geschreven op een dorpskerkhof (1750).
nr. 4
Zes nooit verzonden brieven van Lodewijk van Deyssel worden bezorgd door Harry G.M. Prick en Boudewijn Büch. - Anton Korteweg en Ad Zuiderent verkeren in gesprek met Martin Hart.
| |
Moer 1975, nr. 6
Dit nummer is gewijd aan literatuur/lektuur. Twee manieren van literatuur/lektuurbenadering komen aan de orde. - Bernard Schut en Kees de Ruiter komen met een nieuwe, niet traditionele benadering die ze les in lektuur noemen; ze introduceren nieuwe leerstof, vervat in een compleet leerplan. - Henk Lakwijk en Theo Rensman proberen in hun artikel De reien van 5 Havo een antwoord te geven op de vraag: Hoe kun je op kreatieve wijze werken binnen de bestaande kaders?
1976, nr. 1
Moedertaalonderwijs en toch een ander vak is een artikel (uit de zo succesvolle reeks van de Landelijke Werkgroep ‘Moedertaalonderwijs en toch geen Nederlands’) waarin Helge Bonset aangeeft of, wanneer en hoe een samenwerking tot stand kan komen tussen moedertaalonderwijs en ander vak. Maarten van Gils vraagt zich af: Toetsen tekstbegriptoetsen tekstbegrip? Volgens Van Gils meet de tekstbegriptoets voornamelijk teksthandigheid en toevalsfactoren; deze opvatting wordt met een proefje geïllustreerd. - Leren lezen met ‘Lezen leren, lezend leren’? is een boekbespreking van Peter Kokke en Frances van 't Oever. - De Moerredaktie ontvouwt de plannen voor een nieuwe formule van Moer (o.a. wil men streven naar een grotere leesbaarheid, een grotere praktische bruikbaarheid).
| |
Neophilologus 60 (1976), nr. 2
Deze aflevering begint met een kort In memoriam Prof. Dr. J. Engels, die tussen 1958 en '68 redacteur was van het tijdschrift. - Susan Suleiman gaat Toward a Rhetoric of the Roman à thèse met het beschrijven van het fenomeen van Ideolo- | |
| |
gical Dissent from Works of Fiction. ‘By studying the mechanisms of ideological manipulation in the roman à thèse [...] one may hope not only to arrive at a formal definition of the rhetoric of this particular fictional genre (or sub-genre), but also to gain insight into the more subtle forms of manipulation that are to be found in “romans tout court”.’ - James W. Marchand beziet The Ship Allegory in the ‘Ezzolied’ and in Old Icelandic. - Mercian Second Fronting and Ordering Theories is een artikel van W.F. Koopman. - Mary Hynes-Berry bekijkt Language and Meaning van Malory's Translation of the Grail Story.
| |
Nieuw Vlaams tijdschrift 29 (1976), nr. 2
Paul de Vree onderneemt een benadering van Jan van der Hoeven, ‘een “pr[ei]zenswaardig” dichter’. - De bundel Controversen in de taal- en literatuurwetenschap en Kritisch akkoord 1975 worden besproken door Georges Adé (op vergelijkingen berustend).
nr. 3
Luk de Vos geeft (zijn?) Powetiese grondslagen (een kommentaar).
nr. 4
Georges Adé leest in drie onlangs verschenen romans van Adriaan Venema een afzijdigheidstheorie.
| |
Onze taal 45 (1976), nr. 1/2
Dit dubbelnummer bevat de vier voordrachten gehouden tijdens het tiende congres van het Genootschap Onze Taal: H.A.M.T. Kolfschoten De overheid zingt naar zij gebekt is. - N. Cramer en A. Stempels Binnen de perken van het parlement. - Garmt Stuiveling Duidelijker Taal en J. Veering Bang zijn voor woorden.
nr. 3
W. Penninckx schrijft over Een Frans experiment (over de maatregelen die de Franse overheid neemt om vreemde woorden te weren) en geeft daarna enkele reacties op deze wet, de zgn. Wet-Bas. - Verder Varieteit en varieté, Gebakken wind, Overleven, Mondeling en schriftelijk ‘Nederlands’ en Een aanrader.
| |
De revisor 3 (1976), nr. 1
Tom van Deel is in gesprek met Gerrit Krol (Ik ben pas geboren). - Boeiend en interessant is het artikel waarin Jan Fontijn de literaire receptie van Wagner in de nederlandse literatuur in de laatste decennia van de 19e eeuw beziet. Daarna volgt het verslag van de impressies die Emants in Bayreuth opdeed bij de wereldpremière van de Ring des Nibelungen. - Marita Mathijsen publiceert het slot van haar vaak verrassende artikelenreeks Uit ongepubliceerde brieven van De Schoolmeester; nu komen vooral de literaire activiteiten van de Schrijver zonder naam ter sprake. - Anton Korteweg plaatst Sonnetten op de lachladder: ‘Guépin (grijnslach), Komrij (glimlach-grijnslach), Trolsky (lach), Kal (nauw zichtbaar krullen der mondhoeken), Kuijper (weemoedige lach, onzichtbaar), Scheepmaker (nul- | |
| |
graad van de lach)’; (en dan te bedenken hoevelen de huidige sonnettenrage om te huilen vinden!). - Fluweel van woorden vindt Ad Zuiderent in de bundel Alles is er van Hans Tentije. - W. Kassies ziet Plato verplaatst in de Politeia-vertaling door Gerard Koolschijn. - Riemer Reinsma is maar matig tevreden over het Leesboek over nieuwe woorden van M. van Nierop.
| |
Spektator 5 (1975-1976), nr. 6/7
Saskia Daalder en Alied Blom schrijven over De strukturele positie van reflexieve en reciproke pronomina. - Uitgaande van de theorie van Joan Bresnan beschrijft Hans den Besten Het kiezen van lexicale delenda. - M.K. van Dort-Slijper, W.G. Klooster en J.H.J. Luif geven met Proeflessen voor taalonderwijs een tweede onderwijsartikel n.a.v. het verschijnen van een nieuw schoolboek. - N.F. Streekstra levert een uitvoerige bespreking van de door H.J. Verkuyl e.a. geschreven Transformationele taalkunde; hij heeft veel waardering voor dit boek. Hetzelfde doet G.E. Booij voor W.J. Meys' dissertatie Compound adjectives in English and the ideal speaker-listener. A study of compounding in a transformational-generative framework. - Verder besprekingen van o.a. Transformationeel-generatieve grammatica in artikelen (een bundel bijeengebracht door H. Hulshof), Accentuation in Dutch. An experimental linguistic study (de dissertatie van A. van Katwijk), De Nederlandse zin. Poging tot beschrijving van zijn struktuur van G. de Schutter en van Taaltrouw. Nieuwe en oude glottagogische overwegingen. een bundel artikelen van C.A. Zaalberg.
| |
Spiegel historiael 11 (1976), nr. 4
W. Prevenier vestigt de aandacht op het 125-jarig bestaan van het Willemsfonas 1851-1976.
| |
Spiegel der letteren 17 (1975/1976), nr. 3
K. Porteman geeft enkele Miscellanea emblematica (o.a. over de term zinnebeeld, de vraag of Cats' Minnebeelden wel een jeugdwerk is, embleemboeken uit ‘De Gulden Passer’ (‘enkele aspekten van de embleemtheorie in de Nederlanden’). - Het lot bij Achterberg is de titel van een artikel van Jan de Piere; de drie ‘grootmachten achter het lot’ zijn God, dood en tijd; het ‘voornaamste symbool van het menselijk lot is de weg.’ - In de Boekbeoordelingen wordt S.F. Witstein's Nieuwe-taalgidscahier, Bredero's ridder Rodderick besproken door L. Rens, die ook Vondel's Lucifer, in de uitgave van N.C.H. Wijngaards beoordeelt. - C.M. Geerars recenseert vrij uitgebreid Pieter Rabus en de Boekzaal van Europe (uitgegeven door Hans Bots) en D. de Moulin's lezing gehouden bij de opening van een tentoonstelling over Rabus (Steekt vry Uw ooren op, leesgretigen). - De editie van Multatuli's Vorstenschool door H.H.J. de Leeuwe wordt kort door Tindemans beoordeeld. - J.P. Couttenier noemt J. Boets Gezelles leesmaren een onmisbaar werk.
| |
| |
nr. 4
A.M. Duinhoven opent dit nummer met een bijzonder interessant artikel waarin een bespreking van enkele corrupties in Esmoreit, bedoeld als een pleidooi voor reconstructie van de gehele tekst van Esmoreit. ‘De gegeven voorbeelden onderstrepen het welbekende feit, dat dit ‘abel spel’ zeer gehavend is overgeleverd, en maken [...] duidelijk, dat tekstherstel zeer wel mogelijk is.’ - Hugo Brems bekijkt (twee versies van) Een gedicht van Hugo Claus (‘Naakter raakt nooit zover’) bij schilderijen van Karel Appel. - Emil Staigers opvattingen over literatuur en literatuurstudie, worden belicht en doorgelicht door Rita Bouckaert-Ghesquiere, in een bijdrage die de eerste is ‘van een reeks opstellen die door dezelfde auteur in dit tijdschrift aan belangrijke vertegenwoordigers van de fenomenologische literatuurstudie gewijd zullen zijn.’ - Fictionaliteit en niet-referentialiteit zijn betwiste evidenties beweert L. Gillet In margine. - J.P. Couttenier bespreekt Jan Persyn's biografie over Juliaan Claerhout (1859-1929) - De bundel Ten Studies in Anglo-Dutch Relations gecompileerd door Jan van Dorsten wordt doorgenomen door P. King. - Rita Bouckaert-Ghesquiere bespreekt Michael Murray, Modern Critical Theory: A Phenomenological Introduction.
| |
Streven 43 (1976), nr. mei
J. Gerits en C. Free vragen zich af of Het einde van een mythe in zicht is gekomen bij Jef Geeraerts en Gerard Reve (naar aanleiding van Gangreen 3 en Een circusjongen).
| |
Tijdschrift van de Vrije Universiteit Brussel 17 (1974-75), nr. 2/3
Met De actualiteit van Goethes Werther, een sociologisch perspectief gaat J. Duytschaever in op enkele fundamentele problemen van de sociologische literatuurstudie. - Wim de Poorter bespreekt Het perspectief in ‘Menuet’ van Hannemieke Postma-Nelemans.
| |
Tirade 20 (1976), nr. 212
Eddy Mielen publiceert enkele Brieven van Theo Thijssen aan C.A.J. van Dishoeck. - Harry G.M. Prick geeft een staaltje van Van Deyssel's lenigheid van geest, welke zich uit in diens beschouwing uit 1950 Over [de sonnettenreeks ‘Bezoek aan Achterbosch’ van] Jan van Nijlen. - Meer lef dan kern vindt Kees Helsloot in het oeuvre van Bernlef.
nr. 213
Rob Nieuwenhuis geeft een inleiding op en een vertaling (met toelichting) van Volkspoëzie van Indonesië, daarmee de gehele aflevering vullend.
| |
Tydskrif vir letterkunde 13 (1975), nr. 4
Lina Spies geeft een Huldeblyk in die jaar van die vrou en van Afrikaans aan ons
| |
| |
twee eerste digteresse (Elisabeth Eybers en Olga Kirsch). - Heliza van Vuuren beziet Die spanning mens-natuur in ‘Nagwandeling’ van Elisabeth Eybers. - Gerrit Olivier maakt 'n eerste verkenning van enkele aspekten van ‘André P. Brink se kritiese werksaamhede.’ - Verder in de Boekbesprekings veel nieuw Afrikaans werk ‘Van die sublieme tot die banale’.
| |
14 (1976), nr. 1
In dit nummer o.a. een bespreking door T.T. Cloete van Van Rensburg's ‘beskouings van die werk van N.P. van Wyk Louw’, Sublieme ambag en Swewende ewewig.
| |
Werkgroep 18e eeuw. Documentatieblad 1976, nr. 31/32
Hierin de tekst van de voordrachten gehouden tijdens het 7e symposium van de Werkgroep 18e eeuw (oktober 1975), dat gewijd was aan ‘De beoefening van de natuurwetenschappen in Nederland in de 18e eeuw’. - H.A.M. Snelders bekijkt De beoefening van de natuurkunde door de gegoede burgerij uit de achttiende eeuw. - R.P.W. Visser heeft het over De geologische wetenschappen in Nederland gedurende de 18e eeuw - J. Mar spreekt over het denken van Charles Bonnet en de biofilosofische stromingen in Nederland.
| |
Wetenschappelijke tijdingen 35 (1976), nr. 1
Paul van Hauwermeiren besteedt aandacht aan Het ‘eeuwfeest’ van het Afrikaans. - N. Maddes beantwoordt de vraag: hoe oud is de term ‘IJzeren gordijn’.
g.j. Dorleijn
a.g.m. Vermeulen
|
|