De verminderende comparatief - een vraag tot Neerlandici
Enkele jaren geleden werd ik door prof. dr. E. de Strycker er attent op gemaakt dat in het Grieks de verminderende comparatief ongebruikelijk is; behalve in filosofische teksten en ook elders wanneer de auteurs een zeer exacte uitdrukking nastreven, komt deze niet voor. De perifrastische constructie met ἡττον/ἡσσον wordt zeer zelden gebruikt; men neemt de comparatief van het tegendeel. Een Griek zegt dus niet: Hector loopt minder snel dan Achilles, maar wel: Hector loopt trager dan Achilles.
In het Latijn is dit misschien iets minder algemeen, dit zal verder onderzoek moeten uitwijzen. Maar daar gaat het hier niet om. Mijn vraag is: hoever kunnen wij gaan bij het weergeven van dit Grieks en Latijns gebruik in het Nederlands, want ook wij kennen dit fenomeen. Wij zeggen immers ook: Pompidou was kleiner dan de Gaulle, waar wij in feite ‘minder groot’ bedoelen, want geen van beide was klein.
Laat ik mijn vraag verduidelijken door enkele voorbeelden te geven. Het eerste komt van een man die geen litterator was, maar toch helder zijn gedachten kon weergeven. Het staat in een brief die bewaard is in: Cicero, Ad familiares IV 5, 4. Cicero heeft zijn dochter Tullia verloren. Een vriend, Servius Sulpicius, schrijft een brief om hem te troosten. Toen ik onlangs van Klein-Azië terugkwam, zegt hij, en de puinen zag van Egina, Megara, Pireus en Corinthe, dacht ik bij mezelf: Als zulke machtige steden ook moesten ten onder gaan, waarom zouden wij dan treuren wanneer wij moeten sterven, wij, homunculi, mensjes, ‘quorum vita brevior esse debet’. Wij vertalen zonder bezwaar: ‘ons leven is uiteraard korter dan dat van een stad’, ofschoon het leven van de geciteerde steden volstrekt niet kort, brevis, kan worden genoemd, want anders heeft de vergelijking geen zin.
De volgende tekst uit Cicero kunnen we allicht iets minder onbevangen weergeven:
Cicero, Tusculanae I 2,4. Cicero zegt dat de muzikale ontwikkeling bij de Grieken in hoog aanzien stond. Om dat te staven vergelijkt hij Epaminondas die een muziekinstrument kon bespelen, met Themistocles die dit niet kon. Hij besluit: Themistocles ... est habitus indoctior. Indoctus betekent: onbeschaafd. Zal ik vertalen: Themistocles gold als onbeschaafder dan Epaminondas? Misschien komt ons eigen taalgebruik ons hier vlot ter hulp; het woord ‘onbeschaafder’ is nogal hard en log; wij zeggen spontaan: minder beschaafd.
Van een ander grootmeester van de Latijnse taal is het volgende voorbeeld. Tacitus weet uit eigen ervaring hoe hard het Romeinse juk was voor de onderworpen volkeren. Germanicus wordt in Annales, II 56, als een vredelievend en humaan vorst voorgesteld. Hij vermindert dan ook de belastingdruk: quo mitius Romanum imperium speraretur. J.W. Meyer vertaalt: ‘om zodoende de hoop te wekken dat de Romeinse heerschappij milder zou zijn’. Maar die heerschappij was helemaal niet mild! Ze kon dus niet milder worden. Bedoeld is: minder