Je hapt maar al te graag in een Brosreep
Hoewel het analyseren van reclameteksten over het algemeen tot de vrolijke bezigheden gerekend mag worden, al was het alleen al omdat het stimuleert tot een opgewekte kijk op het leven, kan het de taalbeschouwer van tijd tot tijd ook sombere gedachten ingeven.
Bij hun niet aflatende pogingen ons het aardse tranendal met een zekere lichtvoetigheid te doen doorwandelen, vergrijpen copywriters en andere professionele optimisten zich namelijk herhaaldelijk aan de taal, waardoor hun boodschappen een zeer onverwachte en stellig niet bedoelde bijbetekenis kunnen krijgen.
Wij moeten constateren dat er mensen beroepshalve in de weer zijn met een taal die zij onvoldoende beheersen, dat hun opdrachtgevers niet bij machte zijn hen op de vingers te tikken en dat een zeer omvangrijk publiek dagelijks geconfronteerd wordt met suggestieve kreten in gebrekkig Nederlands. Vandaar die somberheid.
De chocoladefabriek Bensdorp laat ons met grote hardnekkigheid weten dat men ‘maar al te graag’ een door haar vervaardigde ‘Brosreep’ tot zich neemt, zonder dat zij bevroedt welk een antireclame deze mededeling inhoudt.
Wie iets ‘maar al te graag’ doet, wordt tot zijn handelingen aangespoord door onplezierige of min of meer laakbare motieven. Men gaat maar al te graag naar huis wanneer men zich op een vergadering geblameerd heeft of als men door een politieagent krachtig wordt toegesproken, maar het zou een ernstig misverstand zijn te menen dat De Houtman en Keyser na hun tocht naar Indië maar al te graag naar huis terugkeerden - dat zou namelijk betekenen dat ze de plaat poetsten.
Gezien vanuit tandartsenperspectief zou de mededeling: ‘Je hapt maar al te graag in een Brosreep’ als een zinvolle waarschuwing geïnterpreteerd kunnen worden, een op winst beluste chocoladefabrikant zou zich er echter lelijk in kunnen verslikken.
Doesburg, Goudenregenstraat 1
w.a. wijnands