Nog meer woorden van het type motel
In de NTg. 63, p. 173 hebben wij de aandacht van de lezers gevestigd op de Afrikaanse nieuwvorming botel. Een tweede vindplaats van dit woord troffen we aan in Suid-Afrikaanse Oorsig (15 mei 1970), blz. 6, waar wordt medegedeeld dat een botel zal worden gebouwd in een nieuw recreatiecentrum dat eerlang ten zuiden van Kaapstad zal worden aangelegd.
Dat woordvorming op -tel op dit ogenblik vrij productief is, mag blijken uit volgende voorbeelden, die wij terloops aantekenden.
Elseviers Magazine, jrg. 25, nr. 50 (13 december 1969) brengt op blz. 171 een stukje over een zgn. aquatel, ‘Joegoslaafs vakantiebegrip, inhoudende een centrale voorziening van door toeristen te huren luxe woonjachten.’ Daarnaast zullen, volgens een mededeling in het Brusselse dagblad ‘De Standaard’ van 15 april 1970, te La Manga del Mar Menor in Spanje, 60 km ten zuiden van Alicante, vijf aquatels of ‘vlottende hotels’ worden gebouwd. Het eerste, met tachtig ‘house boats’ zou in de zomer van dit jaar in dienst worden genomen.
Eveneens in Elseviers Magazine, jrg. 26, nr. 21 (23 mei 1970) kan men op blz. 25 lezen dat het Nederlands Bureau voor Buitenlandse Studentenbetrekkingen per 1 juni 1970 beschikt over een goed geoutilleerd hotel ten gerieve van studenten-toeristen. Dit in het hart van Amsterdam gelegen stutel (samentrekking van student en hotel) kreeg de naam ‘Hans Brinker’, naar de gelijknamige knaap die in het buitenland bekend staat als de kloeke jongeman die een gaatje in een dijk ontdekte waar water doorkwam en die door zijn vinger in dat gaatje te stoppen Nederland voor een waterramp behoedde.
w.e. hegman