Cacao
Van het woord cacao kent het W.N.T. alleen de uitspraak kakau; dat dit woord in onze taal steeds 2-syllabig is opgevat, blijkt uit de 17e/18e-eeuwse spelling kakauw, door het W.N.T. opgegeven. Dat een Nederlander de 3-syllabige uitspraak kon gebruiken, blijkt uit onderstaande plaats uit een gedicht ‘Wandeling naar de plantaadje Ma Retraite’ in Dl. III van P.F. Roos: Eerstelingen van Surinaamse mengelpoëzy, Amsterdam 1789, p. 49, waar het metrum een 2-syllabige uitspraak niet toelaat:
‘Zie daar een Coffy-stuk! hoe vrugtbaar zyn deez' streeken!
En hier staat Cacao, zoo gulzig en zo schoon,
Dat zy een Paerel hegt aan Ma Retraites Kroon.’
Of in het milieu van de dichterlijke planter en voorzitter van het Surinaamse dichtgenootschap ‘De Surinaamsche lettervrienden’ de 3-syllabige uitspraak van het Mexicaans-Spaanse leenwoord nog de normale was, laat zich niet vaststellen: in Roos' verzen is dit, naar we menen, de enige plaats. Het W.N.T. vermeldt deze plaats niet.
j.h.j. willems