Stewardesse
NTg. 44, 331 bespreekt Prof. Van Haeringen de ‘gloedmoderne’ secretaresse, die nooit (meer) secretares heet. De archivaresse, de bibliothecaresse en de jubilaresse (b.v. N.U.D., 31-3-'48) delen deze archaïstische vorm met haar. Er lijkt causaal verband te bestaan tussen -aris en -aresse.
Stewardesse, dat ik aantrof in Het Parool van 31-3-'48, noemt V.H. niet. Hier lijkt mij zuiver sprake van het schrijven van een zelden gelezen en nooit gehoorde, gewichtig-doenerige analogieformatie.
Zeist, aug. '69.
g.j. uitman