Owen schittert, revius vermaant
Revius heeft een aanzienlijk aantal epigrammen van de latijnse dichter John Owen bewerkt; zie J.B. Wilterdink, Leidse Tijdschr. 76 (1958), p. 18-40. Vernuft is daarbij voor hem niet zozeer doel als middel. Hij leert, vermaant of vertroost liever expliciet dan bij implicatie; zie De Nieuwe Taalgids 1962, p. 42-44. Ook het volgende koppel epigrammen naar Owen is daar een voorbeeld van. (In Owens tijd was in Engeland de gregoriaanse tijdrekening nog niet ingevoerd; de ‘Oude Stijl’ was tien dagen achter op het zonnejaar.)
Owen (Boek X, nos. 54 en 55)
TRistis, & undecimo tua par fortuna
Post lucem sequitur nox tibi longa brevem.
UNdecimo Juni tua par sors laeta videtur:
Post noctem fulsit lux tibi longa brevem.
Somber en aan de elfde december is uw lot
Na korte dag volgt voor u lange nacht.
Aan de elfde juni lijkt uw blijde lot gelijk:
Na korte nacht lichtte voor u lange dag.
Revius (ed. Smit I, p. 17)
Den cortsten dach de langste nacht.
O sondaer neemt doch hier op acht:
U vreucht is cort, maer t'bitter truyren
Dat daer op volgt sal eeuwich duyren.
De cortste nacht den langsten dach.
O vrome mindert u geclach:
Cleyn is alhier en cort u lijden,
Maer eeuwichlijck sult ghy verblijden.
j.c. arens