16de-eeuwse ei uit î in Rotterdam
In de Rekeningen van de Kerkmeesters der St.-Laurens uit 1574 (Rotterdam, Gem.-Archief, K.Z. 172), die verschillende volkstaaleigenaardigheden vertonen, vindt men in de volgende persoonsnamen die thans ij hebben, ei, eij of ey: mr gheysen soen (blz. 16, 17), mr gheybert den doctoer (blz. 15; i.p.v. gheysbert), maergen creinsdr (blz. 12), anne seijmmen soen (blz. 17), treyn fransdr (blz. 15), trein puest (blz. 18), treyen Jan boes (blz. 18), heinderick corneliss seldebleij (blz. 31). Verder vindt men deze spellingen in de substantieven: leijnde ‘koord’ (blz. 27), speickers ‘spijkers’ (blz. 38) en in de possessieven: de predickant van seinen huysen (blz. 16), tot mein heer van spaengen huijs (blz. 11). Een ij i.p.v. elders ei in vijnsters ‘vensters’ (blz. 28). Dit zijn genoeg gevallen voor de conclusie, dat de representaten van wgm. î en ai in 1570 in Rotterdam gelijkluidend waren.
b. van den berg