Levende ‘zeispreuken’ in Nederland?
Zeispreuken zijn spreekwoorden van de volgende types:
1. | ‘De liefde is blind’, zei de boer, en hij kuste de bok tussen de horens. |
2. | ‘We gaan beginnen’, zei de vos tegen d'hinnen (= kippen), en hij had de haan al binnen. |
3. | ‘Niemand kan 't helpen’, zoals de man zei, toen hij zijn vrouw van de trappen gegooid had. |
4. | ‘Ik houd niet van die nieuwsgierigen’, zoals de bakker zei, toen de broodwegers bij hem aan huis kwamen. |
Deze zeispreuken zijn meestal drieledig. Zij bestaan uit het dictum, d.i. een spreekwoord, spreekwoordelijke uitdrukking, spreuk of gewoon een gezegde, de refererende formule, d.i. zei (of: sprak, riep, vroeg) de boer, de vos, de man, de bakker of iemand anders, en het factum of sluitstuk, dat door het contrast met het dictum de humor veroorzaakt.
Vroeger werd type 3 en 4 in België ‘Wellerisme’ genoemd naar de figuur Sam Weller uit The Pickwick Papers van Ch. Dickens, die zulke uitdrukkingen vaak gebruikte. B.v. ‘We don't separate’, as the cook said to the oyster (when he fired him). In Nederland worden de zeispreuken meestal ‘apologische spreekwoorden’ genoemd.
Deze zeispreuken hekelen allerlei gebreken, b.v. een ondeugd, zoals bedriegerij (z.4), een schijnmotivering voor een dwaze daad (z.1), de gulzigheid (z.2), het onzinnige van de lief doende moordenaar (z.3), enz.
Voor het ogenblik verzamel ik ‘zeispreuken’ met het oog op een doctoraal proefschrift, dat ik over enige tijd hoop te verdedigen. Nu bedraagt de oogst reeds negenduizend bladzijden geschreven materiaal uit circa alle Noord- en Zuidnederlandse, Friese en Zuidafrikaanse idiotica, tijdschriften, al dan niet in dialect, van algemene, volkskundige of heem-kundige aard, kalenders, woordenboeken, streekromans en ander bronnenmateriaal (periode 1400-'50 tot 1965-'66).
Het materiaal moet echter nog worden aangevuld met de zeispreuken die in onze tijd in het mondelinge taalgebruik nog steeds levend zijn. Daarvoor doe ik een beroep op de Ntg.-lezers in Nederland. Wie wil mij helpen door de hem of haar bekende zeispreuken op te schrijven en ze mij toe te sturen? Adres: ‘La Paloma’, Oostveldstraat 149, Eeklo (O.-Vl.), België.
Bij voorbaat betuig ik voor deze medewerking mijn welgemeende dank.
lic. arthur jacob-bekaert