In de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage vond ik onder No. 5751 de auctiecatalogus van de bibliotheek van Johannes Immerzeel Jr. De veiling werd kort na het overlijden van Immerzeel (9 juni 1841) gehouden op 11 april 1842 en volgende dagen door de boekhandelaars Jacobus Radink en Frederik Muller te Amsterdam. Op blz. 100 van de catalogus staat onder het hoofd HANDSCHRIFTEN als No. 4 vermeld: ‘POOT, H.K., taal- en dichtkundige aanteekeningen. kl. 4o. in netten eng. bd.’ Dan volgt echter nog een in cursief gedrukte mededeling, die niet alleen de betiteling Adversaria verklaart, maar ook meer gegevens verstrekt over de aard van het werk: ‘Dit allermerkwaardigst handschrift van den Abtswouder dichter bevat op 42 bladz. vele dichtkund. adversaria in alphab. orde, en toont aan met welke zorg POOT zijne voorgangers bestudeerde’. In de marge is met inkt het bedrag (f 6,50) genoteerd waarvoor het handschrift werd verkocht.
Mejuffrouw Deprez maakte mij vervolgens attent op een vermelding van Poot's Adversaria in een brief, eveneens aan Jan Frans Willems, van de hand van de Haagse uitgever, drukker en verzamelaar A.D. Schinkel (zie over hem J.G. Frederiks en F. Jos van den Branden, Biographisch Woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche Letterkunde, 2de dr., Amsterdam z.j., blz. 698). Schinkel schrijft in deze brief van 31 januari 1845 (Jan Bols, Brieven aan Jan-Frans Willems, blz. 482-483) over zijn verzameling o.m.: ‘3o Handschriften van Historischen aard, geschreven door Constantijn Huygens, Caspar Barlaeus, Baak, zwager van den drossaert Hooft, Alkemade, Schoemaker, Frans van Mieris, Jan Wagenaar (van deze bezit ik een adversaria, vier folianten, keurig gebonden, vroeger het eigendom van Ploos van Amstel, den dichter Poot, mede een adversaria, en meer anderen’.
Schinkel overleed op 25 april 1864. Zijn bibliotheek en verzameling handschriften kwamen in veiling bij W.P. van Stockum in den Haag op 21 november 1864 en volgende dagen. In de Catalogue de la Bibliothèque littéraire et artistique de feu M.A.D. Schinkel vond ik op blz. 12 vermeld onder Manuscrits No. 94: ‘Taal- en dichtkundige aanteekeningen van H.K. Poot in 4o. 38 pag. en veau.’ met de toevoeging: ‘Adversaria alphabétique, compilé par le poëte lui même, accompagné de qq. remarques linguistiques et de son portrait’. In een van de exemplaren van deze catalogus op de Bibliotheek der Vereniging ter bevordering van de belangen des boekhandels te Amsterdam blijkt uit een marginale aantekening, dat het handschrift voor f. 4.25 verworven werd door F. Muller. Dit zal wel Frederik Muller zijn, de Amsterdamse boekhandelaar, die bij de auctie Schinkel talrijke werken kocht.
De enige mogelijkheid het spoor verder te volgen was een onderzoek in veiling- en voorraadcatalogi van Muller uit de volgende jaren. Bood Muller hierin het handschrift te koop aan of had hij het misschien ondershands aan een klant verkocht? Het laatste blijkt het geval te zijn: de volgende eigenaar van Poot's Adversaria was Mr. Jacob van Lennep. In de Catalogus der Bibliotheek van Mr. J. van Lennep (overleden 25 augustus 1868), ‘Verkooping te Amsterdam, bij Frederik Muller. 17 Januarij 1871’, staat op blz. 117 onder No. 2410 vermeld: ‘Poot, H.K. Taal- en dichtkundige aanteekeningen. Hs. 38 pag. led. bd. 4o. Aanmerkingen in alphabet. orde, van de hand des dichters zelven, met eenige taalkundige opmerkingen en zijn portret’. In een exemplaar van de veilingcatalogus met het ex libris van P.A. Pijnappel, aanwezig op de Bibliotheek der Vereniging...des boekhandels te Amsterdam, staat met potlood in de marge geschreven: ‘f. 9,- Muller’. Zo was het manuscript weer in handen gekomen van Frederik Muller. Een onderzoek in diens catalogi tot 1900,