De Nieuwe Taalgids. Jaargang 56
(1963)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 269]
| |
Poot en Willis
| |
[pagina 270]
| |
tweede druk van 1716? Dit punt eist een uitvoeriger behandeling. Nauwkeurig vergelijken van wat Geerars zegt over de eerste druk met de gegevens van mijn eksemplaar - dat van hetzelfde jaar is - levert aardig wat verschillen op. Dus gaat het hier om. eksemplaren van twee drukken uit hetzelfde jaar. De titelbladen zijn geheel gelijk. Ook is de indeling van de verzameling, de volgorde van de gedichten dus, volkomen identiek. In de titels der gedichten echter zijn veranderingen aangebracht. Bovendien zijn de verbeteringen die door Geerars werden opgemerkt in Willis' druk van 1718, vergeleken met die van twee jaar tevoren, in mijn eksemplaar nog maar ten dele aangebracht. Van beide groepen van verschillen geef ik als bewijs een overzicht van de voornaamste feiten. Geerars somt op blz. 38 van zijn boek de titels der gedichten op. Verschillen met de titels in mijn eksemplaar doen zich in o.a. de volgende gevallen voor: a. Op blz. 25 staat bij Geerars ‘Vraeg’, terwijl mijn eksemplaar dit woord als ‘Vrage’ heeft. b. In plaats van ‘Tweede Vraeg’ op blz. 30, zoals bij Geerars, vind ik op blz. 28 ‘Tweede Antwoort.’ c. Het opschrift van het dankdicht dat op blz. 31 staat, vermeldt bij Geerars ‘K: van Gyzen’, wat bij mij ‘Kornelis’ enz. geworden is. d. Geerars trof op blz. 35 een gedicht ‘Op de Muzykoefening van den Heere Schol’ aan, wat bij mij is uitgebreid tot ‘Op de voortreflyke Muzykoefening van den Heere Dirk Schol’. e. In de aan dames opgedragen dichtstukken op blz. 38, 39, 80, 82, 83 en 85 vindt men bij Geerars steeds de vorm ‘Juffr:’, terwijl bij mij de volle vorm ‘Juffrou’ gegeven is. f. Van enkele van de verjaarsgedichten - blz. 82, 83, 85 - luidt de aanhef van de titel volgens Geerars ‘Ter verjaring van’, bij mij staat er dan ‘Op het jaergetyde van’ of- blz. 85 - ‘Op het verjaergetyde van’. g. Bij Geerars, eindelijk, geeft blz. 91 dit opschrift: ‘Ter bruiloft van A: Duim en G: van Gyzen’, dezelfde bladzij in mijn eksemplaar: ‘Ter bruilofte van Alandus Duim en Juffrou Geertruit van Gyzen’. Het bovenstaande is bewijs genoeg dat het hier om twee drukken van hetzelfde jaar,1716, gaat. Welke daarvan nu de oudste is - het is de uitgave die Geerars zag - blijkt duidelijk uit de verschillen met de druk van twee jaar later. Ook hiervan zeven voorbeelden (zie Geerars' dissertatie, blz. 56): I. 1716 geeft bij Geerars blz. 18 regel 12 v.o. het woordje ‘lijk’, wat in 1718 op dezelfde plaats tot ‘lyf’ geworden is. II. 1716 geeft bij Geerars ‘Lydië’ op blz. 31 regel 4 v.b., wat in 1718 op dezelfde plaats tot ‘Lybië’ geworden is. III. 1716 geeft bij Geerars ‘in ketens vast geklonken?’ op blz. 33 regel 6 v.o., terwijl 1718 daar ‘in ketenen geklonken?’ leest. IV. 1716 geeft bij Geerars, blz, 104 de laatste beide regels: ‘Ik prys ze, maer volprys ze niet:
Wie zou zich daertoe spoên?’,
terwijl die beide verzen twee jaar later uitgevallen zijn. V. In de ‘Bladtwyzer’ van 1716 is bij Geerars de vermelding van het ‘Dankdicht aen den Heere K: van Gyzen... pag. 31’ uitgevallen, terwijl die vermelding in de druk van twee jaar later wel is opgenomen. VI. De verwijzingen naar blz. 81 en blz. 84 in de uitgave van 1716 die Geerarsgebruikte zijn in 1718 allebei verbeterd, en wel in blz. 82 en 85. VII. Tenslotte is de titelopgave ‘Gelukkig Ongeluk’ - in Geerars' druk van | |
[pagina 271]
| |
1716 - in 1718 veranderd in ‘Gelukkigh Ongeluk’. Vergelijking van dezelfde plaatsen in mijn eksemplaar met de verschillen die door Geerars werden aangetroffen, leidt tot het volgende: In mijn druk van 1716 zijn de onder I en II vermelde woordjes niet veranderd. De onder III gegeven uitdrukking is bij mij echter wèl veranderd: er staat: ‘in ketenen geklonken?’ Wat IV betreft, de beide aangehaalde verzen staan bij mij als regel 1 en 2 op blz. 105. Verder staat het dankdicht aan Van Gyzen - zie punt V - bij mij wèl in de ‘Bladtwyzer’. Maar de verwijzingen naar blz. 81 en blz. 84 - punt VI - zijn bij mij niet verbeterd, terwijl ook de titel van ‘Gelukkig Ongeluk’ - punt VII - bij mij niet verbeterd opgegeven is. De konklusie uit dit alles ligt voor't grijpen. Mijn eksemplaar, waarin wel enkele verbeteringen aangebracht zijn, maar niet alle die men in de druk van twee jaar later vindt, staat tussen die van 1716 zoals die door Geerars is beschreven en die van 1718 in. Derhalve moet mijn eksemplaar er een zijn van de tweede druk, waarvan het juni-nummer van de Boekzael der Geleerde Werelt van 1716 sprak: Willis heeft dus inderdaad het boek vrij gauw herdrukt, maar zonder dat dit op de titel of op andere manier werd aangegeven. Reden waarom Geerars niet kon komen met een eksemplaar waarop stond:‘Tweede druk’. Goes. J. Kwekkeboom. |
|